Inleiding

Het Lange Termijn Investeringsprogramma (LTIP) laat zien welke investeringen de komende jaren nodig zijn en helpt de gemeente Rijswijk om keuzes te maken. Het programma geeft overzicht en maakt duidelijk hoe maatschappelijke opgaven, beleidsdoelen en financiële mogelijkheden met elkaar verbonden zijn. Zo kan de gemeente investeringen integraal, transparant en strategisch vormgeven en beter prioriteren wat op korte, middellange en lange termijn nodig is.

Het LTIP is daarmee niet alleen een hulpmiddel voor planning, maar ook een middel voor verantwoording, sturing en flexibiliteit bij toekomstige besluiten.

Richtinggevende keuze Kadernota 2026

In de Kadernota 2026 is het LTIP verder uitgewerkt, onder andere is invulling gegeven aan de motie structureel gezonde financiën. De belangrijkste doelstellingen zijn:

  1. Inperken van het investeringsprogramma: om te voorkomen dat de ambities hoger zijn dan de beschikbare middelen, zijn stelposten verwijderd en niet-benutte investeringsruimte uit het verleden geëlimineerd.

  2. Concretiseren van investeringen: waar vroeger algemene jaarlijks terugkerende posten stonden (zoals onderhoud asfaltwegen), zijn nu concrete projecten benoemd.

  3. Focus op infrastructuur en openbare ruimte: investeringen in infrastructuur worden expliciet uitgewerkt, net als investeringen in de openbare ruimte waaronder de gebiedsontwikkelingen Bogaard stadscentrum, Havenkwartier, Kessler Park en Te Werve Oost.

  4. Financiële effecten in beeld brengen: de doorwerking van deze doelstellingen is doorgerekend in de kapitaallasten van de komende jaren.

De doorrekening in de Kadernota 2026 laat zien hoe de afschrijvingen en rente zich ontwikkelen. Ook welk effect de mutaties in het investeringsvolume hebben op de meerjarige financiële ruimte en op de ontwikkeling van de financiële kengetallen.

Doorwerking in de begroting

In deze begroting zijn de doelstellingen uit de Kadernota 2026 verder uitgewerkt in de LTIP. Dat betekent dat:

  • De investeringsplanning is realistisch in beeld gebracht voor de jaren 2026, 2027 en 2028.

  • Belangrijke projecten in infrastructuur en openbare ruimte zijn gespecificeerd opgenomen. (voorbeeld: fietsinfrastructuur is verdeeld naar specifieke straten)

  • De investeringen vanuit de gebiedsontwikkelingen zijn opgenomen.

  • De kapitaallasten zijn opgenomen in het financieel meerjarenbeeld.

De uitwerking van de investeringen is terug te vinden in het investeringsplan zie Investeringsplan 2026-2029.

Vervolg LTIP na begroting

Na de vaststelling van deze begroting zal het LTIP een dynamisch instrument worden wat binnen de planning & control-cyclus aangescherpt en geactualiseerd wordt. De eerstvolgende stappen zullen zijn:

  1. Verdiepen en prioriteren: De projecten worden verder uitgewerkt en beoordeeld op urgentie, samenhang en financiële haalbaarheid. Voor de jaren 2028 en 2029 zal hier nog een prioriteringsslag voor gemaakt worden.

  2. Onderdeel van de planning- en controlcyclus: Het LTIP wordt gedurende het jaar bijgewerkt en geactualiseerd.

  3. Monitoring en verantwoording: De uitvoering van de investeringen wordt verwerkt in het ERP-systeem. Zo ontstaat inzicht en controle op de voortgang en de financiële gevolgen.

  4. Periodieke herijking: (Investerings-)projecten kunnen tussentijds worden toegevoegd, aangepast of geschrapt op basis van nieuwe inzichten en besluiten.

  5. Transparant en actueel: Door dit proces blijft het LTIP een actueel, flexibel en transparant instrument.

Planning- en controlcyclus

Visualisatie investeringen 2026

Om de plannen zichtbaar te maken, voegen we een visueel beeld toe met de belangrijkste investeringen op de kaart van Rijswijk. Deze kaarten laten de grote geplande investeringen zien waar Rijswijk in 2026 mee start. Ze worden weergegeven in 3 categorieën, het voorzieningenniveau, de gebiedsontwikkelingen en Mobiliteit.

Investeringen 2026

Voorzieningenniveau:

In 2026 wordt gestart met de voorbereiding van twee verduurzamingsinvesteringen afhankelijk van de raadsbesluiten. Deze investeringen hebben betrekking op de Schouwburg en de Schilp. Daarnaast is er ook een investering gepland bij het Bunkercomplex Overvoorde. GSR/De Akker gaat ook een investeringstraject tegemoet.

Gebiedsontwikkelingen:

De investeringen voor de gebiedsontwikkelingen zijn in de begroting 2026 opgenomen in het investeringsplan. De gebiedsontwikkelingen bestaan uit het Bogaard stadscentrum, Havenkwartier, Kessler Park (waar de Broodfabriek een onderdeel van is) en Te Werve Oost. De investeringen zijn inzichtelijk gemaakt en bestaan onder andere uit inrichting van de openbare ruimte en de bijdrage voor de herinrichting van de Karel Doormanlaan.

Mobiliteit:

De investeringen in mobiliteit voor 2026 bestaan uit 50 km/u naar 30 km/u, fietspaden, de Hoornbrug, openbaar vervoer en verkeersveiligheidsmaatregelen.

Grote investeringen lange termijn

Station RijswijkBuiten

In 2032 start de bouw van station RijswijkBuiten als onderdeel van de MIRT-verkenning Oude Lijn (Meerjarenprogramma infrastructuur, ruimte en transport), waarin de bereikbaarheid voor de groei van woningen en werkplekken centraal staat. Het station is een belangrijke nieuwe OV-verbinding voor RijswijkBuiten en omgeving en krijgt een plek in het Lange Termijn Investeringsprogramma (LTIP) met een geraamde investering van 10 miljoen. Naast de aanleg van het station wordt ook geïnvesteerd in een fiets- en voetgangersonderdoorgang en de inrichting van de openbare ruimte. Voor de periode 2026–2032 is 1,5 miljoen gereserveerd voor voorbereidingskosten, zoals projectmanagement en onderzoeken. Deze investering is afhankelijk van een positieve besluitvorming door het BO-MIRT in november 2025.

Integraal huisvestingsplan (IHP)

In de huidige investeringsplanning is rekening gehouden met de investeringen vanuit het Integraal Huisvestingsplan (IHP).

Hoe financieren we de groei?

De gemeente groeit. Daardoor wordt onze begroting groter en nemen ook onze bezittingen toe, zoals gebouwen, grond en andere waardevolle zaken.

Als de bezittingen groeien, moet ook ons eigen vermogen meegroeien. Het eigen vermogen laat zien welk deel van onze bezittingen we zelf hebben betaald, zonder leningen. Als dat te laag is, moeten we meer geld lenen om aan onze financiële verplichtingen te voldoen. Dat maakt de gemeente financieel kwetsbaarder.

Om financieel gezond te blijven, willen we dat ons eigen vermogen de komende jaren stijgt. Op basis van de huidige inzichten moet het eigen vermogen met ongeveer 20 miljoen stijgen de komende jaren. Nu is dat nog ongeveer 82 miljoen. Met dit hogere eigen vermogen blijft onze solvabiliteit – de verhouding tussen wat we bezitten en wat we schuldig zijn – op een goed niveau.

In de komende kadernota werken we dit onderwerp verder uit. Het effect van onze investeringsplannen op de solvabiliteit is hier te vinden.