Risicobeheer

Bij het financieren van investeringen, grondexploitaties en de lopende exploitatie worden de volgende risico’s onderscheiden:

  • Langlopend renterisico

  • Kortlopend renterisico

  • Kredietrisico

  • Liquiditeitsrisico

Deze risico’s proberen wij zo goed mogelijk te managen met het doel de rentekosten zo laag mogelijk te houden.

Langlopend renterisico

Volgens de balans van de jaarrekening 2020 bedraagt het saldo van de gemeente Rijswijk ondergebracht in de Schatkist per ultimo 2020 146 miljoen, waarvan circa 46 miljoen aan betalingen in januari vervallen. Dit financieringsoverschot (incl. RijswijkBuiten) is aangehouden om de aflossingen op langlopende leningen in 2021 circa 75 miljoen en 2022 33 miljoen te kunnen betalen.

Onder andere is in maart 2020 een lening van 45 miljoen aangetrokken met een looptijd van 50 jaar met een rente van -0,02% en is in 2019 80 miljoen ten behoeve van RijswijkBuiten aangetrokken om de toekomstige aflossingen te kunnen betalen. Echter met de aankomende nieuwe investeringen volgens het investeringsplan 2022-2025, het gebruik van de reserves en temporisering van gronduitgiften in RijswijkBuiten zorgen we er voor dat er nieuw vreemd vermogen in de vorm van langlopende leningen nodig zal zijn. Met het oog op de komende meerjarenbegroting, de beschikking over de reserves, de looptijden van de bestaande financieringen en de mogelijke renteverhogingen in de toekomst wordt er rekening gehouden met opnames van leningen tot een bedrag van maximaal 60 miljoen.

Op dit moment zijn leningen met een looptijd van 50 jaar goedkoper dan die met een looptijd van 30 jaar. De leningen met een looptijd van 50 jaar worden voor lagere overheden in 2021 verhandeld tussen 0,6% en 1,00%. Er wordt van uitgegaan dat een percentage van 0,6% nog tot de mogelijkheden kan behoren.

Financiering RijswijkBuiten

Volgens de 9e herziening van de Grex RijswijkBuiten bedraagt de boekwaarde per 1 januari 2022 114,5 miljoen inclusief verliesvoorziening.

In 2016 zijn een drietal zogenaamde forwardleningen voor RijswijkBuiten afgesloten. In 2019 en 2020 zijn 2 leningen afgesloten elk 40 miljoen. Het verloop van de investeringen volgens de 9e herziening en de financieringen zijn als volgt.

x 1.000

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Boekwaarde opgave RB incl voorz. ultimo jaar

114.465

91.787

66.919

45.284

26.229

4.305

0

idem, gemiddeld

120.099

103.126

79.353

56.102

35.757

15.267

2.153

financiering gemiddeld per jaar

forward lening 1%

26.000

17.333

forward lening 0,85%

15.333

forward lening 1,15%

13.000

13.000

13.000

10 jaar fixe -0,11%

40.000

40.000

40.000

40.000

40.000

40.000

40.000

10 jaar lineair -0,055%

38.000

34.000

30.000

26.000

22.000

18.000

14.000

totaal financieringen gemiddeld

132.333

104.333

83.000

66.000

62.000

58.000

54.000

fiancieringsoverschot per jaar RB

12.234

1.207

3.647

9.899

26.244

42.733

51.848

Een grondexploitatie laat zich moeilijk voorspellen. Dit geldt ook voor RijswijkBuiten. Hiermee verband houdend is ook de financiering voor de toekomst moeilijk in te schatten. Gezien de onzekerheid over het verloop van de boekwaarde en de mogelijkheid om op de kapitaalmarkt leningen te sluiten met negatieve rente is in 2019 besloten om voor 10 jaar extra te lenen en deze middelen beschikbaar te houden voor RijswijkBuiten. Een soort verzekering voor de toekomst met een jaarlijkse negatieve premie. Hiermee wordt bereikt, dat voor de komende jaren in geval van stagnatie in de grondverkopen het risico voor de rentekosten is geminimaliseerd en zelfs negatief wordt.

Voor zover er een kapitaaloverschot voor het plangebied RijswijkBuiten bestaat (meer financieringsmiddelen dan boekwaarde) worden de financieringsmiddelen gebruikt voor de overige investeringen van de gemeente.

Financiering investeringen gemeenten (exclusief RijswijkBuiten)

De investeringen van de gemeente exclusief RijswijkBuiten zijn als volgt. In de cijfers van de investeringen is ook het investeringsplan 2021 t/m 2025 opgenomen.

x 1.000

2021

2022

2023

2024

2025

investeringen begin van het jaar

229.881

266.588

281.111

291.028

285.378

idem, gemiddeld

248.235

273.850

286.070

288.203

langlopende leningen minus

boekwaarde RijswijkBuiten

138.045

128.093

133.431

148.536

161.061

reserves

98.293

95.069

92.493

92.854

93.256

voorzieningen

6.682

6.598

6.640

6.682

6.723

totaal financieringsmiddelen

243.020

229.760

232.564

248.072

261.040

gemiddeld

236.390

231.162

240.318

254.556

saldo per jaar

-18.475

-41.286

-37.998

-27.163

+ = financieringsoverschot

- = financieringstekort

Toelichting:

Bovenstaande weergave is gebaseerd op de cijfers en ramingen van dit moment.

Financieringstekorten ontstaan als de financieringsmiddelen (reserves en leningen) lager zijn dan de investeringen.

In de loop van de jaren ontstaat een financieringstekort. Dit kan opgelost worden door het aantrekken van nieuw vreemd vermogen. In deze begroting is rekening gehouden met leningen tot een maximum van 60 miljoen in 2022. Zodra er financieringsbehoefte bestaat zal een tranche van dit bedrag worden opgenomen. Een en ander is afhankelijk van de prijs op de kapitaalmarkt van de lening.

Totale ontwikkeling schuldenpositie van Rijswijk

De relatief hoge schuldenpositie op dit moment is van tijdelijke aard. Deze positie wordt vooral veroorzaakt door de investeringen in de grondexploitatie RijswijkBuiten en is goed in beeld. De schuldenpositie wordt, zowel ten aanzien van de financieringsbehoefte als de rentekosten, nauwlettend gemonitord.

De verkopen van de gronden in RijswijkBuiten zullen in de loop van de jaren zorgen dat het saldo van de investeringen zal dalen. Hierdoor neemt de financieringsbehoefte van dit exploitatiegebied af, waardoor dit een gunstige invloed heeft op de totale schuldenpositie.

De mate van verlaging van de schuldenpositie is afhankelijk van de realisering van de verkoopopbrengsten van RijswijkBuiten en de overige investeringsplannen van de gemeente.

Leningen afsluiten om toekomstige investeringen te kunnen financieren kan voor een lange looptijd van 50 jaar een gunstige invloed hebben op de gemiddelde rentekosten. Niet alleen de hoge schuldenpositie is van belang, maar nog belangrijker is het lage niveau van de rentekosten waarvan jarenlang geprofiteerd kan worden. Met dit laatste houdt een schuldquote geen rekening. De gemiddelde rentevoet van vreemd en eigen vermogen is circa 1%. Het aangaan van een langlopende lening met een looptijd van 50 jaar bedraagt nu circa 0,6% en zal de gemiddelde rentevoet verlagen.

Voor een totaaloverzicht van de ontwikkeling van de schuldenpositie, inclusief RijswijkBuiten wordt verwezen naar bijlage 2 behorende bij deze paragraaf.

Renterisiconorm

Het renterisico op langlopende geldleningen is wettelijk aan een maximum gebonden. Uitgangspunt hierbij is om zoveel mogelijk spreiding in de looptijden van leningen aan te brengen, zodat geen onnodige renterisico’s worden gelopen. De wettelijk vastgestelde renterisiconorm van 20% houdt in dat in enig jaar de aflossing van de lange schuld niet hoger mag zijn dan 20% van het totaal van de lasten volgens de begroting. Hierdoor wordt de rentegevoeligheid beperkt. De rentegevoeligheid voor de gemeente Rijswijk is niet aanwezig; Voor RijswijkBuiten wordt gebruik gemaakt van fixe- en lineaire leningen. De middelen voor de aflossingen van deze leningen zijn afkomstig uit de opbrengsten grondverkopen. Nadat de exploitatie RijswijkBuiten is afgesloten zijn alle gronden verkocht en zijn financieringsmiddelen niet langer nodig.

Voor 2022 is dit maximum berekend op circa 41,9 miljoen (2021 40,2 miljoen). Het totaal van de betaalde aflossingen in 2022 zal circa 32,5 miljoen bedragen, zodat onze gemeente ruim binnen deze norm blijft.

Het herfinancieren van de af te lossen leningen in 2021 en 2022 zijn al ruim van te voren voorzien, door het afsluiten van geldleningen in 2019 en 2020. Naast de opgenomen leningen van 80 miljoen met negatieve rente voor RijswijkBuiten is een fixe lening van 45 miljoen opgenomen met een looptijd van 50 jaar voor minus 0,02%. Dit maakt de gemeente Rijswijk ongevoelig voor renteschommelingen gedurende 50 jaren ter hoogte van dit bedrag. Met het aangaan van nieuwe leningen met een lange looptijd zal de ongevoeligheid voor renteschommelingen verder worden versterkt.

Kortlopend renterisico (kasgeldlimiet)

De rente op de geldmarkt voor 1-maands kasgeldleningen voor overheden beweegt zich medio september 2021 rond minus 0,5% op jaarbasis en zoals eerder vermeld kan dit nog voorlopig aanhouden. We gaan uit van een marktrenteniveau voor kasgeldleningen in het jaar 2022 van gemiddeld circa -0,5%,

Als de rente op de geldmarkt laag blijft en de kapitaalmarktrente niet verder stijgt, zullen wij zo nodig gebruik maken van de ruimte binnen de wet FIDO (Financiering Decentrale Overheden) om de totale rentelasten zo laag mogelijk te houden. De kasgeldlimiet kunnen wij maximaal 3 maanden overschrijden, daarna moeten wij consolideren. Dit houdt in kortlopende leningen omzetten in langlopende leningen.

Het renterisico op kortlopende geldleningen (< 1 jaar) is door de wet FIDO gemaximaliseerd tot de kasgeldlimiet. Deze limiet is gesteld op 8,5% van de begrotingsomvang van 2022. Dit betekent dat bij een begrotingsomvang van 209,3 miljoen in 2022 de kasgeldlimiet circa 17,8 miljoen (2021: 17,1 miljoen) bedraagt.

Kredietrisicobeheer

Het kredietrisico wordt veroorzaakt door de mogelijkheid dat de instelling waaraan geld is verstrekt niet in staat blijkt te zijn, de rente en aflossing op verstrekte leningen te voldoen. Deze verstrekte geldleningen betreffen leningen in het kader van de publieke taak van de gemeente. De gemeente heeft een relatief beperkt bedrag aan leningen uitstaan.

Het volgende overzicht geeft de vergelijking met de begrotingen 2022 en 2021 én de jaarrekening 2020:

Per ultimo jaar (x 1.000,-)

Jaarrekening

Begroting

Begroting

2020

2021

2022

- woningbouwverenigingen

639

595

550

- leningen eigen personeel

348

311

316

- fietsenplan

17

20

20

- krediethypotheken

Participatiewet

364

323

323

- startersleningen RB

600

250

250

- lening OGM Chagall

681

609

523

- lening Museum Rijswijk

617

642

732

Totaal

3.266

2.750

2.714

Museum Rijswijk

In de paragraaf financiering van de 2e halfjaarrapportage 2018 is ten behoeve van de Stichting Museum Rijswijk een te verstrekken hypothecaire lening opgenomen van ten hoogste 751.000. In 2021 is voor het exploitatietekort 2020 een leningtranche van maximaal 25.000 beschikbaar gesteld. Op basis van de jaarrekening 2020 wordt deze tranche van de lening definitief bepaald. Daarnaast is een bedrag van 90.000 ter lening aangeboden onder de voorwaarde van overlegging van een door de gemeente te accorderen meerjaren-onderhoudsplan en overlegging van de nota’s.

Voor 2022 kan op basis van de huidige besluitvorming voor een totaalbedrag van maximaal 732.000 (642 + 90) als verstrekte lening aan het Museum Rijswijk zijn opgenomen.

Het verschil van circa 20.000 met het maximaal oorspronkelijke bedrag van 751.000 wordt veroorzaakt door vooral een minder nadelig exploitatiesaldo over 2018.

Met ingang van 2022 wordt volgens de lening overeenkomst 20.000 afgelost. Met ingang van 2023 29.940 per jaar.

Garantstellingen

De gemeente loopt niet alleen kredietrisico op verstrekte geldleningen, maar ook op de geldleningen, waarover een garantstelling is verstrekt. De garantstellingen heeft nagenoeg geheel betrekking op leningen aan de woningcorporaties Vidomes en Rijswijk Wonen. Voor deze leningen is in 2021 een vernieuwde achtervangovereenkomst afgesloten met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Hierdoor is het kredietrisico voor de gemeente nog meer beperkt, doordat er nog meer zekerheden zijn ingebouwd in de overeenkomst met het WSW. Zo kent de zekerheidsstructuur een gelaagdheid, die in volgorde wordt aangesproken. Gemeenten en de Staat zijn de laatste laag in de zekerheidsstructuur en worden als laatste aangesproken. Met de nieuwe achtervangovereenkomst is de positie van gemeenten verder verbeterd.

Daarnaast beschikt Rijswijk Wonen over een eigen vermogen van 745 miljoen (op basis van actuele waardebepaling) volgens de laatst gepubliceerde jaarrekening 2020 bij een balanstotaal van 910 miljoen. Dit betekent een zeer hoog solvabiliteitspercentage van circa 82%.

Liquiditeitsrisico

Het liquiditeitsrisicobeheer betreft het financieren en uitzetten van middelen voor de perioden van één jaar of korter. Zoals eerder aangegeven zal een financieringstekort zo veel mogelijk met kortlopende geldleningen worden gefinancierd. Dit gebeurt door het aanhouden van een gering saldo op de rekening-courant bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) aangevuld met kasgeldleningen. Het aanhouden van rekening-courant krediet is veel duurder dan het financieren met kasgeldleningen. Om te voorkomen dat er onnodig tegoeden op de rekening-courant blijven staan, wordt dagelijks het totaal van de saldi van alle bankrekeningen > 0,5 miljoen automatisch afgeroomd en overgeboekt naar de Schatkist.

Overzicht Rente exploitatie 2022 x 1.000

rentekosten korte- en lange termijnfinanciering

2.636

totaal rentelasten

2.636

totaal rentebaten

50

saldo rentelaten en baten

2.586

toerekening rente aan RijswijkBuiten

261

toerekening rente aan overige grondexploitaties

195

456

totaal aan beleidsproducten toe te rekenen rente

2.130

geraamde toerekening aan beleidsproducten 1%

2.116

geraamde toerekening aan investeringen 1%

200

Totaal doorbelast

2.316

Voordelig saldo rente

186

Toelichting:

Renteresultaat

Het renteresultaat bedraagt voordelig 186.000, dit is ontstaan doordat er meer rentekosten is doorberekend aan de beleidsproducten. Het saldo van de geraamde rentelasten en -baten bedraagt 2.130.000. Uitgedrukt in een percentage van de beginboekwaarde van de investeringen is dit 0,93%. Het doorberekende rentepercentage toegerekend aan de beleidsproducten is gemiddeld 1.