Wat willen we bereiken?

Visie op het programma

Gezonde mobiliteit in een stad die groeit. Dat vraagt om een nieuw evenwicht tussen bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid. Daarom willen we ons mobiliteitssysteem veranderen. We zetten daarbij nadrukkelijk in op het aantrekkelijker maken van onze infrastructuur voor voetgangers, fietsers, openbaar vervoer en deelmobiliteit. Naast een goede autobereikbaarheid kunnen onze inwoners dan ook kiezen voor minstens even aantrekkelijke andere manieren van vervoer. De basis hiervoor is gelegd in het mobiliteitsvisie en -programma uit 2021.

In 2023 wordt de mobiliteitsstrategie afgerond. De mobiliteitsstrategie geeft aan hoe we het mobiliteitsprogramma willen realiseren. Een belangrijk principe daarbij is dat al onze inwoners de belangrijkste voorzieningen in de buurt van hun woning moeten kunnen bereiken. Voor mobiliteit betekent dit dat er allereerst goede loop- en fietsverbindingen moeten zijn, zodat mensen de mogelijkheid hebben om hiervoor te kiezen voor de korte reisafstanden. Wie iets verder moet reizen kan kiezen voor deelmobiliteit (e-bike, bakfiets, scooter, etc.) of het ov. Voor de grotere afstanden kan men gebruik maken van de terin en de auto. In deze benadering kiezen mensen dus bewust voor de manier van verplaatsen die past bij hun reis. In het vastgestelde mobiliteitsprogramma wordt dit het STOMP-principe genoemd: Stappen (lopen), Trappen (fietsen), Mobility as a Service (deelmobiliteit), Openbaar vervoer en de (Privé)auto. Daarbinnen is er veel aandacht voor het ruimtegebruik van parkeren voor auto en fiets. De mobiliteitsstrategie zal begin 2024 in de raad worden behandeld.

Op basis van de mobiliteitsstrategie zijn infrastructurele maatregelen nodig, alsook maatregelen met betrekking tot gedrag en handhaving. Al deze maatregelen worden uitgewerkt in een uitvoeringsplan wat leidt tot een meerjarenplan voor mobiliteit. In het voorjaar van 2024 is dit gereed en wordt helder welke kosten hiervoor begroot worden. Deze projecten zullen in de eerste halfjaarrapportage 2024 worden opgenomen.

In het licht van de aanstaande mobiliteitsstrategie is het voorliggende programma Verkeer en Vervoer enigszins ‘beleidsarm’ en geënt op het programma zoals dat het afgelopen jaar voorlag. In 2024 wordt op basis van die mobiliteitsstrategie nieuw beleid, nieuwe indicatoren en investeringen voor de komende jaren opgesteld.

Maar ook nu moet het verkeer doorstromen, met een toenemend aantal werkzaamheden in de regio (infrastructuur en woningbouw) wordt de druk op het wegennet  steeds groter. Dit vraagt meer aandacht voor de afstemming van werkzaamheden en daarmee de inzet op een goede verkeersregie en de daarbij behorende regionale afstemming.

Indicatoren1

Op basis van de dit jaar uit te werken mobiliteitsstrategie worden er nieuwe indicatoren voor de mobiliteit en verkeersveiligheid uitgewerkt. Deze worden met ingang van 2025 ingevoerd. Daarom zijn bij de jaren na 2024 alleen de streefwaarde voor laadpalen en de laatste in te richten schoolzone opgenomen.

Indicator

Realisatie 2022

Streefwaarde 2023

2024

2025

2026

2027

2. Aantal nieuwe schoolzones per jaar bij bestaande en nieuw te vestigen basisscholen

1

2

2

1

Aantal (semi) openbare e-laadpunten

130

170

230

290

350

410

Aantal fietsklemmen in openbare (bewaakte) stallingen en bij OV haltes1

  1. In het Fietsplan is opgenomen 800 tot 1.000 fietsparkeervoorzieningen extra te realiseren tot 2030. Dit is zowel nabij OV-haltes als in woonwijken. Na het vaststellen van het Fietsplan wordt in het projectplan hoeveel per locatie noodzakelijk zijn, incl. de bijbehoren de kosten. De verdeling en fasering van deze aantallen worden uitgewerkt in het tweede helft van dit jaar.