Wat willen we bereiken?

Visie op het programma

De ontwikkeling van Rijswijk tot een moderne duurzame groene stad waar het voor iedereen prettig werken en wonen is, vraagt een aanpak waarbij de bevolkingsgroei wordt gefaciliteerd en gelijktijdig de kwaliteit van de leefomgeving wordt behouden en daar waar mogelijk versterkt. Deze ambitie, vastgelegd in de Stadsvisie en de Woonvisie, is verwerkt in de visies en plannen voor de verschillende gebiedsontwikkelingen. Naast de realisatie van Rijswijk Buiten vormen de grote transformatieopgaven van Bogaard stadscentrum, het Havenkwartier, Kessler Park en Te Werve Oost een omvangrijke uitdaging voor de komende tijd. Ook is gestart met de revitalisering van het station Rijswijk en stationsgebied. Omdat het zwaartepunt van de herontwikkeling plaatsheeft in gebieden die nu al verstedelijkt en bebouwd zijn, kunnen de overige delen van de stad grotendeels gevrijwaard blijven van nieuwe bebouwing. Doordat de herontwikkeling met name plaatsvindt binnen al dichtbebouwd gebied, zal extra zorg uitgaan naar klimaatmaatregelen die de hittestress die daar juist al is, te beperken.

Daarbij hebben we oog voor alle inkomensdoelgroepen in de stad. Door de sterk toegenomen koop- en huurprijzen hebben met name lagere inkomens, starters en aandachtsgroepen veel moeite om passende woonruimte te vinden. Om hen te helpen zullen we, samen met de woningcorporaties en ontwikkelaars, moeten werken aan de realisatie van sociale huurwoningen, betaalbare koop- en huurwoningen in het middensegment en flexwoningen; woningbouw in diverse categorieën biedt een kans om te bouwen aan een gemêleerde samenleving zodat onze inwoners meer mogelijkheden krijgen om binnen Rijswijk een woning te vinden die aan hun eisen voldoet. In de actualisatie van de Woonvisie is ingezet op het bouwen voor het middensegment en de ontwikkeling van een woonfonds. Vanuit de Woonzorgvisie heeft daarbij ook ‘Wonen met een plus’ de aandacht. De komende vier jaar willen we meer de nadruk leggen op de betaalbaarheid van woningbouwontwikkelingen en daarmee voorkomen dat de sociale woningvoorraad achterblijft bij de groei van de totale woningvoorraad. We willen daarbij niet onder de 30% komen waar het gaat om de sociale woningvoorraad (DAEB) afgezet tegen de gehele woningvoorraad. Aangezien de ontwikkelpotentie in Rijswijk enorm groot is, zullen we keuzes moeten maken in prioritering en fasering. Dat doen we om de leefbaarheid van de stad te waarborgen gedurende de ‘verbouwing’ en omdat onze capaciteit om te investeren en om de processen ambtelijk te begeleiden (van ruimte tot verkeer, van economie tot groen en klimaatadaptief) ook zijn grenzen kent.

Wonen is meer dan stenen. Planontwikkelingen grijpen we ook aan om de stad gezonder te maken, bijvoorbeeld door het toevoegen van groen en door natuur inclusief te bouwen. Het doel is bovendien om meer sociale cohesie, betrokkenheid en levendigheid in de buurt te realiseren en, specifiek voor ouderen, de mogelijkheid te bieden om langer zelfstandig te wonen. Goed wonen is belangrijk voor het welbevinden van mensen. Vandaar ook het belang van wijkontwikkeling waar naast de aanpak van de woningvoorraad wordt ingezet op het realiseren van verbeteringen op het gebied van bereikbaarheid, duurzaamheid, openbare ruimte, welzijn, leefbaarheid en sociale cohesie. Daarnaast is de aanwezigheid van parken, water en groen in de wijken de sleutel tot een gezonde leefomgeving voor mens en dier en het belang daarvan neemt alleen maar toe. Parken, tuinen, bomen, biodiversiteit en groen zorgen voor stikstofopname, nemen het meest effectief het water op van de steeds heviger wordende regenbuien, laten de temperatuur dalen in de heter wordende zomers, zijn een plek om te sporten en te ontspannen en vormen daardoor de sleutel tot een gezonde leefomgeving voor mens en dier. Het Rijswijkse groen moeten we daarom koesteren. Door groen langs singels en in parken en de landgoederenzone goed te onderhouden en in samenhang door te ontwikkelen, zorgen we voor gebieden die uitnodigen tot wandelen, fietsen, sporten, spelen, beleven en ontmoeten. Dat vraagt ook iets op het gebied van beheer en onderhoud. Er wordt een basis kwaliteitsniveau B gehandhaafd. Differentiatie van groen vormt een belangrijk uitgangspunt; meer kleur en variëteit is de wens van onze inwoners en goed voor de biodiversiteit.

Gemeenten voeren lokaal de regie op de warmtetransitie. In december 2021 heeft de gemeenteraad de Transitievisie Warmte Rijswijk vastgesteld. In dit document staat dat de gemeente Rijswijk in 2050 aardgasvrij wil zijn. Dit is in overeenstemming met de afspraken die in het klimaatakoord met onder andere het Rijk zijn gemaakt. De gemeente zet in eerste instantie in op no-regret maatregelen zoals isoleren. Dit beperkt niet alleen de vraag naar warmte, maar bespaart ook jaar in jaar uit geld, en verbetert ook het wooncomfort. In de Transitievisie warmte staat beschreven dat grote delen van Rijswijk het best op een warmtenet zouden kunnen aansluiten om van het aardgas af te gaan. De warmte zou kunnen komen uit een mix van warmte uit WarmtelinQ en geothermie. Voor 2030 wil de gemeente aan de slag met de wijken die aan de westkant van de Prinses Beatrixlaan liggen. De kosten om woningen op een warmtenet aan te sluiten zijn hoog. In de Transitievisie Warmte is daarom gesteld dat de gemeente pas aan de slag gaat als er uitzicht is op een bijdrage die een warmtenet haalbaar maken. Het Rijk werkt op dit moment aan diverse regelingen om te komen tot een versnelling van de aanleg van warmtenetten. Ook is er nieuwe wetgeving in de maak die betere kaders meegeeft als het gaat om de ontwikkeling van warmtenetten. Door het demissionaire kabinet is het nu onzeker of en hoe deze kaders ontwikkeld worden. De gemeente gaat op de achtergrond aan de slag met de voorbereidende werkzaamheden.

Ook op regionaal niveau wordt gewerkt aan de klimaatdoelstellingen. Iedere regio moet hiervoor een Regionale Energiestrategie vaststellen. Samen met 22 gemeenten, de provincie Zuid-Holland, de netbeheerders, vier waterschappen en maatschappelijke organisaties heeft Rijswijk een strategie uitgezet voor de regionale energietransitie. Deze strategie heet de Regionale Energiestrategie Rotterdam - Den Haag en periodiek herzien. Op 15 juni 2021 is door de gemeenteraad ingestemd met de Regionale EnergieStrategie Rotterdam-Den Haag (RES 1.0).

De RES 1.0 kent drie inhoudelijke hoofdlijnen: warmte, elektriciteit en duurzame brandstoffen. Bij warmte richt het vraagstuk zich op de (regionale) infrastructuur die nodig is om de bebouwde omgeving te verwarmen en de regionale afstemming van de vraag en het aanbod van warmte. In de Transitievisie Warmte wordt op gemeentelijk niveau beschreven welke stappen we zetten om de bebouwde omgeving in de toekomst duurzaam te verwarmen.

Bij de ontwikkeling van stad en groen is een integrale aanpak het uitgangspunt. Meekoppelkansen om hittestress tegen te gaan, klimaatbestendigheid te versterken, duurzaamheid te verbeteren en biodiversiteit te vergroten worden benut.

Het realiseren van een aantrekkelijke, betaalbare, groene, veilige en gezonde woon-, leef- en werkomgeving is een gedeelde verantwoordelijkheid. We verbeteren de luchtkwaliteit, beperken geluidshinder en hebben aandacht voor de externe veiligheid van onze inwoners. Daarnaast bevorderen we duurzaamheid, onder meer via grondstoffenmanagement en het stimuleren van hergebruik.

Het Huis van de Stad wordt de ontmoetingsplek om gezamenlijk met alle betrokkenen in Rijswijk te werken aan een betere leefomgeving en aan versterking van de identiteit van onze stad. De gemeente speelt actief in op wensen en initiatieven van inwoners, bedrijven, woningbouwcorporaties en maatschappelijke organisaties. De mogelijkheden van de nieuwe Omgevingswet voor participatieve werkwijzen worden, waar mogelijk, benut.

Op regionaal niveau maakt Rijswijk afspraken met andere gemeenten, de provincie en het Rijk over gezamenlijke ambities, inspanningen en prestaties voor de (verstedelijkings)opgaven.

Doelstellingen

  1. Stedelijke ontwikkeling

    Rijswijk ontwikkelen tot een moderne duurzame groene stad waar het prettig werken, wonen en recreëren is.

  2. Wonen

    Toename, differentiatie en verduurzaming van de woningvoorraad door verdichting, transformatie en nieuwbouw, waarbij ook voor de lage- en middeninkomens, starters en andere aandachtsgroepen voorzien in een aanbod van passende woonruimte.

  3. Groen en onderhoud

    Behoud, ontwikkeling en differentiatie van singels, parken en de landgoederenzone.

  4. Openbare ruimte

    Basis op orde: schoon, heel en veilig en een beeldkwaliteitsniveau op B (conform de kwaliteitscatalogus van het kennisplatform CROW).

  5. Energie, verduurzamings- en klimaatambities

    Doorbouwen aan een duurzame, klimaatadaptieve, gezonde stad die in de toekomst klimaatneutraal is en een circulaire economie heeft.

  6. Gedeelde verantwoordelijkheid voor de leefomgeving

    Bewoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties zijn medeverantwoordelijk voor de en worden betrokken bij het instandhouden van de kwaliteit van de leefomgeving.

Indicatoren

Indicator (nummers verwijzen naar doelstellingen

Realisatie 2022

Streefwaarde 2023

2024

2025

2026

2027

5. Scheidings-percentage huishoudelijk afval

44%

40%

45%

50%

55%

55%

5. Omvang huishoudelijk restafval kg/inwoner p/jaar

222

2501

210

210

210

210

2. Oplevering nieuwe woningen per 1000, tussen haakjes totaal aantal opgeleverde woningen1 VERPLICHT

343 BAG

926 projectovz

31,3(887)

18,2(529)

23,8 (707)

47,5 (1.443)

47,5 (1.443)

2. % (zelfstandige) sociale huurwoningen in bezit van een toegelaten instelling (corporatie) als aandeel van de totale woningvoorraad1

30%

30%

30%

30%

30%

30%

2 . % geprogrammeerde (zelfstandige) sociale huurwoningen in bezit van een toegelaten instelling als aandeel van het totale woningbouwprogramma

8%

8%

10%

0,7%

8%

8%

2. Aantal toegevoegde tijdelijke wooneenheden (flexwoningen) en wooneenheden met een sociale huurprijs in bezit van overige partijen (geen toegelaten instelling)

367

367

449

32

368

367

5. Aantal gasloze/Nul op de meter (NoM) woningen (jaarlijks toegevoegde aantal)

926

887

529

707

1443

1443

5. Hernieuwbare elektriciteit (%) VERPLICHT

4,32%

5%

5%

6%

7%

8%

2. Gemiddelde WOZ waarde (duizend euro) VERPLICHT

Zie paragraaf lokale heffingen

Zie paragraaf lokale heffingen

Zie paragraaf lokale heffingen

Zie paragraaf lokale heffingen

Zie paragraaf lokale heffingen

Zie paragraaf lokale heffingen

1. Gebieds(deel)visies en bestemmings-plannen

1/8

2/8

2/8

2/6

2/6

2/6

Demografische druk2

Zie paragraaf lokale heffingen

Zie paragraaf lokale heffingen

Zie paragraaf lokale heffingen

Zie paragraaf lokale heffingen

Zie paragraaf lokale heffingen

Zie paragraaf lokale heffingen

5a overschrijding EU norm NO2

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

5a-2 - overschrijding WHO norm NO2 (2005)

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

5a-3 overschrijding WHO norm NO2 (sept 2021)

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

5b-1 overschrijding EU norm PM10

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

5b-3- overschrijding WHO norm PM10 (2005)

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

5b- overschrijding WHO norm PM2,5 (sept 2021)

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

5c-1 overschrijding EU norm PM2,5

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

5c-3- overschrijding WHO norm PM2,5 (2005)

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

5c- overschrijding WHO norm PM2,5 (sept 2021)

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

5b-2 Overschrijding (WHO-norm)

Nee

EU norm 40µg/m3

EU norm 40µg/m3

EU norm 40µg/m3

EU norm 40µg/m3

EU norm 40µg/m3

Overschrijding PM 2,5 Jaargemiddelde concentratie en blootstelling concentratie verplichting

EU norm 25µg/m3

EU norm 25µg/m3

EU norm 25µg/m3

EU norm 25µg/m3

EU norm 25µg/m3

EU norm 25µg/m3

5d Aantallen wegen            of wegvakken voorzien van stilasfalt

0

1

1

1

1

1

  1. Oplevering per duizend bestaande woningen maakt vergelijking met andere gemeenten mogelijk.
  2. Verhouding van het aantal jongeren en ouderen t.o.v. de categorie 20 tot 64 jarigen.

De invoering van nascheiding geeft positievere resultaten dan nu getoond wordt. Deze effecten (ook van toekomstige maatregelen) worden komende jaren beter zichtbaar.