Ontwikkelingen

Onroerendezaakbelastingen (OZB)

In 2025 worden de waarden van de onroerende zaken opnieuw vastgesteld naar het prijspeil op 1 januari 2024. Deze waarden worden bekendgemaakt aan belanghebbenden op grond van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ). Bij het berekenen van de OZB-tarieven is rekening gehouden met de gestegen waarden van de onroerende zaken, zodat deze geen invloed hebben op de hoogte van de OZB-tarieven. Wel wordt de opbrengst met de geschatte inflatie van 2,8% verhoogd. Daarnaast wordt in 2025 het verschil tussen de verwachte en werkelijke indexering over de periode 2021-2024 ingelopen.

Over de afgelopen jaren is de voor de OZB gehanteerde prijsindexatie lager geweest dan de werkelijke inflatie. Dit wordt in 2025 gecorrigeerd met een opbrengststijging van 8% + 2,8%. De OZB-tarieven worden op basis van deze stijgingspercentages en de gestegen WOZ-waarden aangepast.

Jaar

Gehanteerd

Werkelijk

2021

1,7%

2,7%

2022

1,5%

10%

2023

2,4%

3,9%

2024

5,1%

3%

Rioolheffing

De kosten die de gemeente maakt op het gebied van riolering worden gedekt door de rioolheffing. Hieronder vallen onder andere de kosten van afvalwaterinzameling, afvalwatertransport en de afvoer van overtollig regenwater. Ook wordt een deel van de veegkosten van zwerfvuil doorbelast via de rioolheffing. Voor de opbrengsten uit de rioolheffing geldt dat deze maximaal 100% kostendekkend mogen zijn en de totale kosten dus niet mogen overstijgen. Wel wordt gestreefd naar kostendekkende tarieven. Een uitzondering geldt voor de gemiste opbrengsten als gevolg van verleende kwijtschelding (kwijtscheldingslasten). Deze worden in Rijswijk niet doorberekend in de rioolheffing, waardoor de geraamde opbrengst van de rioolheffing lager uitvalt dan de geraamde kosten.

Eigenaren van woningen en niet-woningen betalen een vast tarief. Hoeveel de rioolheffing voor het gebruik bedraagt is afhankelijk van de samenstelling van het huishouden (één-, twee- of meerpersoonshuishoudens) en het waterverbruik. Om de rioolheffing kostendekkend te houden worden deze tarieven met 3,5% verhoogd. Voor grootverbruikers van water wordt vanaf 500 kubieke meters afgevoerd water per extra kubieke meter een bedrag van 1,-- geheven.

Afvalstoffenheffing

De kosten die de gemeente maakt op het gebied van de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval worden gedekt door de afvalstoffenheffing. Ook voor deze heffing geldt dat deze maximaal kostendekkend mag zijn waarbij de kwijtscheldingslasten niet worden doorberekend in de tarieven. In Rijswijk wordt er net als bij de rioolheffing rekening gehouden met de grootte van het huishouden en zijn er verschillende tarieven, een lager tarief voor éénpersoonshuishoudens en een oplopend tarief voor twee- en meerpersoonshuishoudens. Doordat de kosten van de afvalverwerking meer dan de inflatie zijn gestegen, is een stijging van de tarieven met 7,6% nodig om kostendekkend te blijven.

Parkeerbelasting

Parkeerbelasting wordt geheven voor het parkeren op een aangewezen plaats en tijdstop of voor een verleende parkeervergunning.

De prijs van de parkeervergunningen stijgt in 2025 met een indexatie van 2,8% (afgerond naar ronde en logische (maand)bedragen). Voor bewoners betekent dit dat de eerste en de tweede parkeervergunning 0,15 per maand duurder wordt.

In verband met de bezuinigingen van het Rijk die ook de financiële positie van de gemeente Rijswijk raakt en de wens om de schaarse ruimte eerlijker te verdelen worden de tarieven voor straatparkeren (automaat en belparkeren) verhoogd. De tarieven voor het gebied rond Bogaard stadscentrum zijn verhoogd van 2,35 naar 3,30 per uur. Bij de exploitant en eigenaar van de commerciële garages van Bogaard Stadscentrum zijn verzoeken gedaan om de prijs niet direct te laten stijgen. Daarmee ontstaat een groter verschil tussen het tarief voor straatparkeren en het tarief voor Bogaard stadscentrum. Hiermee wordt beoogd om parkeren op straat en daarmee overlast voor omwonenden te verminderen. Het tarief voor de andere gebieden in Rijswijk stijgt van 1,60 naar 2,55 per uur.        

Toeristenbelasting

Voor overnachtingen door personen die niet in Rijswijk wonen wordt bij degene die het nachtverblijf aanbiedt toeristenbelasting geheven. Om tegemoet te komen aan de wens van de hoteliers om vroegtijdig duidelijkheid te krijgen over het gehanteerde tarief, is bij het vaststellen van de meerjarenbegroting 2024 besloten de toeristenbelasting een jaar voorafgaand aan het heffingsjaar vast te stellen. Hierdoor is het tarief van de toeristenbelasting in 2024 gelijk gebleven en stijgt dit in 2025 naar 3,60 per persoon per overnachting. Het tarief stijgt in 2026 naar 3,70.

Precariobelasting

Voor het gebruik van openbare gemeentegrond wordt op basis van het aantal gebruikte vierkante meters en de duur van het gebruik precariobelasting in rekening gebracht. Voor terrassen en uitstallingen geldt een tarief van 0,-. De overige tarieven worden conform de Kadernota 2024 verhoogd met 2,8%.

Marktgelden

De marktgelden worden in lijn met de Kadernota 2024 met de inflatiecorrectie van 2,8% verhoogd.

Bedrijveninvesteringszone (BIZ)

De BIZ is een afgebakend gebied, zoals een winkelgebied of bedrijventerrein. In een BIZ investeren ondernemers en eigenaren in de kwaliteit van hun bedrijfsomgeving. Zij betalen daarvoor een jaarlijkse bijdrage die door de gemeente wordt geheven en geïnd. De gemeente draagt deze bijdragen af aan de stichting waarin de ondernemers zijn vertegenwoordigd. Deze stichting kan het geld dan besteden aan bijvoorbeeld het bevorderen van de ruimtelijke kwaliteit of economische ontwikkelingen in de openbare ruimte van het gebied. De BIZ geldt voor een periode van vijf jaar en kan bij voldoende draagvlak worden gecontinueerd.

Sinds 2010 is er in Oud Rijswijk een BIZ ingesteld die inmiddels twee keer is verlengd en in 2024 afloopt. De ondernemers in dit gebied stellen voor de BIZ opnieuw voort te zetten en zullen hiervoor een draagvlakmeting organiseren. In het middengebied van de Plaspoelpolder willen ondernemerseigenaren vanaf 2026 ook een BIZ invoeren om het ondernemersklimaat te verbeteren (schoon), en het gebied te promoten (heel) en de omgevingsveiligheid te versterken (veilig).

Kwijtscheldingsbeleid

Inwoners van Rijswijk met de laagste inkomens kunnen in aanmerking komen voor kwijtschelding van de lokale heffingen. De kwijtschelding beperkt zich tot de afvalstoffenheffing en rioolheffing (en bij uitzondering voor de OZB). Bij het beoordelen of iemand in aanmerking komt voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding hanteert de gemeente Rijswijk de 100% bijstandsnorm. Dit betekent dat huishoudens met een inkomen op of onder het bijstandsniveau recht hebben op kwijtschelding. Wanneer iemand een hoger inkomen heeft of vermogen bezit, is er betalingscapaciteit aanwezig waaruit de gemeentelijke heffingen kunnen worden voldaan.

Van inwoners die in 2024 kwijtschelding kregen, worden de gegevens (wanneer zij daarvoor toestemming hebben gegeven) in 2025 aangeboden aan het Inlichtingenbureau. Dit is een door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid opgerichte organisatie die o.a. gegevens over werk en inkomen verwerkt. Het Inlichtingenbureau controleert of er in 2025 nog steeds recht op kwijtschelding is, zodat de afhandeling van de kwijtschelding geautomatiseerd kan worden afgedaan. Inwoners hoeven dan niet opnieuw een verzoek in te dienen.

Voor 2025 is het bedrag aan te verlenen kwijtschelding begroot op:

Belastingsoort

Bedrag

Afvalstoffenheffing

884.080

Rioolheffing

221.801

Onroerendezaakbelasting

2.570

Overzicht geraamde inkomsten

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de gerealiseerde inkomsten in 2023 en de geraamde inkomsten voor 2024 en 2025:

Heffing

Type

2024

2025

Onroerendezaakbelastingen

Ongebonden

14.103.910

15.658.730

Afvalstoffenheffing

Gebonden

12.332.660

13.209.300

Rioolheffing

Gebonden

5.936.210

6.051.020

Precariobelasting

Ongebonden

24.170

24.850

Parkeerbelasting

Ongebonden

5.154.800

6.822.300

Toeristenbelasting

Ongebonden

310.000

328.170

Leges

Gebonden

4.040.460

4.854.120

Marktgelden

Gebonden

78.660

78.660

BIZ-belasting

Gebonden

99.400

108.750

Totaal

42.080.270

47.135.900

Woonlasten

De woonlasten zijn een maatstaf voor inwoners om te bepalen of gemeentelijke lasten stijgen of dalen. De berekening van de woonlasten is gebaseerd op de OZB voor een woning met een gemiddelde WOZ-waarde en de rioolheffing/afvalstoffenheffing voor één-, twee-, en meerpersoonshuishoudens.

De WOZ-waarden voor het belastingjaar 2025 worden vastgesteld naar de waardepeildatum 1 januari 2024. Dit betekent dat gekeken wordt naar de waarde die een woning of niet-woning op 1 januari 2024 had. De verwachting is dat de gemiddelde WOZ-waarde van woningen in 2025 ten opzichte van 2024 stijgt met 1,5% en daarmee uitkomt op 354.000,-. Deze waardestijging ligt in lijn van de prognose van het landelijk gemiddelde.

Onderstaande tabel geeft de ontwikkeling weer van de woonlasten in Rijswijk op begrotingsbasis vanaf 2023.

Woonlasten

Eenpersoons-huishouden

Tweepersoons-huishouden

drie- of meerpersoons-huishouden

2023

2024

2025

2023

2024

2025

2023

2024

2025

OZB

238,34 

250,23 

272,58 

238,34 

250,23 

272,58  

238,34 

250,23 

272,58 

Afvalstoffenheffing

337,34 

369,96 

398,04 

387,96 

444,12 

477,84  

446,28 

532,92 

573,48 

Rioolheffing

193,08 

177,05 

183,24 

193,08 

196,49 

203,28  

193,08 

220,61 

228,36 

Totaal

768,76

797,24

853,86

819,38

890,84

953,70 

877,70

1003,76

1074,42 

Verschil

28,48 

56,62 

  

71,46 

62,86  

  

126,06 

70,66 

Stijging in %

3,70% 

7,1% 

 

8,72% 

7,06%  

  

14,36% 

7,04% 

Vergelijking lokale lastendruk

Een objectieve vergelijking van de lokale lasten met andere gemeenten wordt gemaakt met de COELO-atlas. Een paar jaar geleden is het COELO overgestapt naar een andere methode om de OZB te berekenen. Voor de gemiddelde OZB-aanslag wordt nu alleen gekeken naar de WOZ-waarden van koopwoningen, waar voorheen ook de WOZ-waarden van huurwoningen werden meegenomen. Voor het berekenen van de OZB-tarieven moeten gemeenten de WOZ-waarden van alle woningen gebruiken, waardoor de woonlasten in de gemeentelijke tabel afwijken van de cijfers die het COELO noemt. Omdat het COELO de nieuwe methodiek voor alle gemeenten toepast, blijft de vergelijking tussen de gemeenten objectief. 

Op basis van de meest recente uitgave (2024) neemt Rijswijk een positie onder het gemiddelde in de regio Haaglanden in. 

Gemeente

Woonlasten voor eenpersoons-huishouden

Woonlasten voor meerpersoons-huishoudens

Den Haag

834

923

Rijswijk

€878

1.086

Pijnacker-Nootdorp

897

1.004

Leidschendam-Voorburg

924

995

Westland

935

1.057

Zoetermeer

974

1.029

Delft

977

1.128

Midden-Delfland

1.097

1.188

Wassenaar

1.401

1.633

Gemiddelde woonlasten regio haaglanden

991

1.116