Ambitie

Visie

We willen dat jeugdigen (kinderen, jongeren en jongvolwassenen tot 25 jaar) zich vrij en veilig kunnen ontwikkelen. Ze moeten kunnen opgroeien tot verantwoordelijke en zelfstandige volwassenen die goed voor zichzelf en anderen kunnen zorgen. Ouders zijn vooral verantwoordelijk voor het welzijn van hun kinderen. Als zij dat tijdelijk niet kunnen, krijgen ze hulp.

Wij vinden het belangrijk om te zorgen voor een goede omgeving waarin kinderen fijn kunnen opgroeien en zich kunnen ontwikkelen. Scholen, kinderopvang en organisaties voor sport, spel, kunst, cultuur en vrije tijd helpen hierbij, samen met de ouders.  

Samenvatting

We letten op de brede ontwikkeling van jeugdigen. Hierbij vinden we het belangrijk dat iedereen gelijke kansen krijgt en zijn of haar talenten kan ontwikkelen. Elk kind verdient een goede start in het leven. Goed onderwijs helpt hierbij.

Alle kinderen en jongeren die in Rijswijk wonen, hebben recht op onderwijs dat bij hen past en zo dicht mogelijk bij huis is. Als het kan, halen ze een diploma, zoals havo, vwo of mbo niveau 2 of hoger. Het is belangrijk dat elk kind zijn talenten zo goed mogelijk kan ontwikkelen. We proberen te voorkomen dat kinderen vaak thuis zitten en niet naar school gaan. Kinderen die niet naar school gaan, krijgen snel hulp en passend onderwijs.

Stichting Librijn zorgt voor genoeg openbaar onderwijs in de gemeenten Rijswijk en Delft. Dit is hun wettelijke taak. 

We moeten volgens de wet zorgen voor genoeg gebouwen voor het basis-, speciaal- en voortgezet onderwijs in onze gemeente. Samen met de schoolbesturen werken we aan een goed en toekomstbestendig onderwijssysteem.

Elke gemeente moet volgens de wet een regeling hebben voor een tegemoetkoming in de kosten van het leerlingenvervoer. Ouders die aan de voorwaarden voldoen, kunnen een aanvraag doen voor een tegemoetkoming in de kosten van het schoolvervoer van hun kind. We vinden het belangrijk dat leerlingen zo zelfstandig mogelijk reizen.  

We willen voorkomen dat (onderwijs)achterstanden ontstaan en willen dat al opgelopen achterstanden verminderen. Daarom zorgen we voor genoeg plekken waar jonge kinderen voorschoolse educatie kunnen krijgen. We zorgen dat deze opvang goed is en dat er gewerkt wordt met een duidelijk en leerzaam programma.

In Rijswijk zijn ongeveer 10% van onze inwoners laaggeletterd. Dat betekent dat ze moeite hebben met lezen, schrijven en/of rekenen. Vaak kunnen ze ook niet goed met computers omgaan. Om dit probleem te verminderen, werken we aan het voorkomen van laaggeletterdheid en helpen we mensen die laaggeletterd zijn.

Het Integraal Huisvesting Plan (IHP) kijkt vooruit naar de schoolgebouwen voor de komende 20 jaar. Voor de jaren 2021 tot 2026 is het plan extra uitgewerkt. Dit jaar zijn de gemeente en de schoolbesturen begonnen met het aanpassen van het plan voor de periode vanaf 2027.

Indicatoren

Indicator

Realisatie 2024

Streefwaarde 2025

2026

2027

2028

2029

Absoluut verzuim

21,5

10,5

13

12,5

12

11,5

Relatief verzuim

34

33

32

31

30

29

Voortijdig schoolverlaters (VSV-ers)

2,3%

4%

4%

3,5%

3,5%

3,5%

Toelichting verplichte indicatoren

De verplichte indicator “Absoluut verzuim” is het aantal leerplichtige leerlingen per 1.000 leerlingen dat op enig moment in het schooljaar voor korte of langere tijd niet is ingeschreven op een school of een onderwijsinstelling. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is aangewezen als gegevensbron.    

De laatst gepubliceerde gegevens bij DUO zijn van 2023-2024. Het aantal Rijswijkse absoluut verzuimers was toen 12,3 leerlingen per 1.000 leerlingen. In absolute getallen ging het om 103 leerlingen.  

In de voorgaande schooljaren waren de cijfers als volgt:  

  • Voor het schooljaar 2022-2023 21,5 leerlingen per 1.000 leerlingen, In absolute getallen ging het om 174 leerlingen;  

  • Voor het schooljaar 2021-2022 3,3 leerlingen per 1.000 leerlingen. In absolute getallen ging het om 26 leerlingen.  

Omdat Rijswijk groeit en er meer statushouders komen, zijn de streefwaarden iets naar boven bijgesteld. Voor bepaalde groepen, zoals statushouders, is het soms moeilijk om snel een passende onderwijsplek te vinden. Dit komt bijvoorbeeld doordat eerst getest moet worden welk onderwijsniveau ze hebben. Daardoor worden deze leerlingen een tijdje als absoluut verzuimer geregistreerd.  

De verplichte indicator “relatief verzuim” is het aantal leerplichtige leerlingen per 1.000 leerlingen dat wel is ingeschreven op een school of onderwijsinstelling, maar die niet of niet geregeld bezoekt. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is aangewezen als gegevensbron.  

De laatst gepubliceerde gegevens bij DUO zijn die van het schooljaar 2023-2024. Het aantal Rijswijkse relatief verzuimers was toen 33 leerlingen per 1.000 leerlingen. In absolute getallen ging het toen om 275 leerlingen.  

In de voorgaande schooljaren waren de cijfers als volgt:  

  • Voor het schooljaar 2022-2023 34 leerlingen per 1.000 leerlingen, In absolute getallen ging het om 277 leerlingen;  

  • Voor het schooljaar 2021-2022 38 leerlingen per 1.000 leerlingen. In absolute getallen ging het om 297 leerlingen.  

In vergelijking met voorgaande schooljaren blijft het aantal leerlingen met relatief verzuim stabiel. We blijven streven naar een vermindering van het aantal relatief verzuimers, vandaar dat het streefcijfer iets naar beneden wordt bijgesteld.  

De verplichte indicator “VSV-ers” is het percentage van het totaal aantal 12- tot 23-jarigen dat zonder startkwalificatie (minimaal een diploma mbo2, havo of vwo) het onderwijs verlaat. DUO/Ingrado is de aangewezen gegevensbron.  

Het percentage heeft betrekking op de postcode en gemeente waar de scholen voor VO en MBO gevestigd zijn. Dit betekent dat het hieronder genoemde percentage betrekking heeft op alle leerlingen die staan ingeschreven op deze Rijswijkse scholen voor VO en MBO, ongeacht de woonplaats van deze leerlingen.  

De laatst gepubliceerde gegevens bij DUO zijn van 2023-2024. Het percentage VSV-ers van het Rijswijks Voortgezet en MBO onderwijs was toen 2,0%. In de voorgaande schooljaren waren de cijfers als volgt:  

  • Voor het schooljaar 2022-2023 2,4%;  

  • Voor het schooljaar 2021-2022 2,2%.  

In vergelijking met voorgaande schooljaren daalt dit percentage licht. Vanwege de verwachte invoering van de Wet van School naar Duurzaam Werk in januari 2026, en daarmee de uitbreiding van de doelgroep naar 27 jaar, wordt het percentage naar boven bijgesteld en in de jaren daarna vooralsnog gelijk gehouden.