Beleidsproduct 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken
Wat willen we bereiken?
Elke jeugdige in Rijswijk krijgt onderwijs dat bij hem of haar past en zo dicht mogelijk bij huis is. Dit begint al vanaf de voorschoolse periode, zodat er een doorgaande ontwikkellijn is.
Iedere jeugdige verdient een goede start in het leven en groeit op in een omgeving waar veel gesproken en gelezen wordt. We zorgen dat alle kinderen gelijke kansen krijgen met passend onderwijs. We willen voorkomen dat mensen niet goed kunnen lezen en schrijven. We helpen ook mensen die dat moeilijk vinden.
Bij dit beleid horen volwasseneneducatie, het aanpakken van achterstanden in het onderwijs, peuteropvang, toezicht op en handhaving van de leerplichtwet, het voorkomen dat jongeren voortijdig stoppen met school, schoolmaatschappelijk werk, leerlingenvervoer, activiteiten in het kader van passend onderwijs en het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en werk.
Wat gaan we daarvoor doen?
Volwasseneneducatie
In Rijswijk is ongeveer 10% van de volwassen mensen laaggeletterd. Dat zijn ongeveer 6.000 mensen. Dit is iets minder dan het landelijk gemiddelde van 12%. Mensen die laaggeletterd zijn, hebben vaak problemen in het dagelijks leven.
Laaggeletterdheid komt voor in alle lagen van de bevolking en in alle wijken. De groep is heel verschillend en bestaat uit jongeren, ouderen, mensen die Nederlands als eerste taal spreken en mensen die Nederlands als tweede taal leren. Het maakt niet uit of ze een diploma hebben, veel of weinig opleiding hebben, werken of niet werken (taalbeleidsplan “Het start met Taal”).
Het is belangrijk dat iedereen mee kan doen in de maatschappij. Daarom zijn er opleidingen en cursussen om basisvaardigheden te verbeteren. Dit gaat over beter Nederlands leren, rekenen en omgaan met computers. Deze lessen zijn voor volwassenen die slecht kunnen lezen en schrijven, mensen die helemaal niet kunnen lezen en schrijven, en mensen die geen inburgeringsplicht hebben maar wel Nederlands leren. De gemeente zorgt voor dit taalaanbod volgens de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB). Het geld hiervoor komt via de gemeente Den Haag, die verantwoordelijk is voor de regio.
Mensen die deze lessen nodig hebben, worden doorverwezen door het Werkgeversservicepunt (WSP) en lokale taalpartners zoals het Taalhuis en Stichting Welzijn Rijswijk. Het Taalhuis geeft informatie en advies en helpt mensen de juiste taallessen te vinden. Ze organiseren ook zelf laagdrempelige taallessen, zoals conversatielessen, het taalcafé (samen met Stichting Welzijn Rijswijk), de leesclub en cursussen waarin taalverbetering een onderdeel is.
Ook Stichting Welzijn Rijswijk heeft taalcursussen en één-op-één hulp via een taalmaatje. We zorgen dat er taalhulp dicht bij huis is. Door overleg met onze taalpartners zorgen we dat onze taalpartners het aanbod blijven ontwikkelen en vernieuwen zodat het goed aansluit bij wat onze inwoners nodig hebben.
Onderwijsachterstandenbeleid en peuteropvang
Hoe kinderen zich ontwikkelen op jonge leeftijd is heel belangrijk voor later. Daarom verdient elk kind in Rijswijk een goede start. Het is belangrijk om vroeg te beginnen met het voorkomen en aanpakken van achterstanden in onderwijs. Dit begint al bij het consultatiebureau en moet passen bij wat het kind nodig heeft. Goed Nederlands leren hoort hierbij, samen met een omgeving waar veel gesproken en gelezen wordt.
De mensen die verantwoordelijk zijn voor voorschoolse opvang, zoals kinderdagverblijven en peuteropvang, de schoolbesturen en de gemeente hebben samen de verantwoordelijkheid om hier goed voor te zorgen.
Kinderdagverblijven en peuteropvang
In Rijswijk krijgen kinderen in de kinderdagverblijven en peuteropvang een programma aangeboden dat helpt bij een goede en gezonde ontwikkeling. In de peuteropvang doen ze nog meer. Ze bieden een programma dat peuters helpt om zich goed te ontwikkelen en zich voor te bereiden op de basisschool. Op de Rijswijkse Peuterspeelscholen werken ze met een speciaal programma voor voorschoolse educatie. Hierbij leren peuters op een duidelijke en samenhangende manier over taal, rekenen, bewegen en omgaan met anderen en met emoties. Peuters kunnen vanaf 2 jaar naar de Peuterspeelscholen.
Ouders kiezen voor een voorschools opvang die het beste past bij hun kind en ervoor zorgt dat zij op een goede manier arbeid en zorg kunnen combineren.
Wij vinden het belangrijk dat zoveel mogelijk peuters naar een voorschoolse opvang gaan, zoals een kinderdagverblijf of peuteropvang.
Peuters die moeite hebben met de Nederlandse taal en nog niet naar voorschoolse opvang gaan (de doelgroepkinderen), worden actief geholpen om naar de Peuterspeelscholen in Rijswijk te gaan. Zo kunnen zij meedoen aan het voorschoolse educatieprogramma dat daar wordt gegeven.
Financiering voorschools aanbod
Ouders kunnen een tegemoetkoming krijgen in de kosten van voorschoolse opvang, afhankelijk van hun inkomen. Werkende ouders krijgen dit via de Kinderopvangtoeslag van de rijksoverheid. Ouders die geen recht hebben op deze toeslag, of ouders van de doelgroepkinderen, krijgen hulp van de gemeente. Dit geldt alleen als zij naar een voorschoolse opvang of Peuterspeelschool in Rijswijk gaan. Hiervoor zijn speciale regels gemaakt, de “Beleidsregels Kindgebonden tegemoetkoming peuteropvang en voorschoolse educatie”.
Voorschoolse en vroegschoolse educatie
In de Wet op het primair onderwijs (WPO) staat dat de gemeente moet zorgen voor genoeg plekken waar kinderen die moeite hebben met de Nederlandse taal naar voorschoolse educatie kunnen gaan. Deze plekken moeten goed verdeeld zijn over de stad en voor iedereen betaalbaar. De gemeente krijgt hiervoor een specifieke uitkering onderwijsachterstandenbeleid.
JGZ Zuid-Holland West (het consultatiebureau) heeft van de gemeente de taak gekregen om kinderen die extra hulp nodig hebben op te sporen en door te verwijzen naar voorschoolse educatie. Zij krijgen hiervoor extra geld. Ouders worden ook geïnformeerd over taallessen voor volwassenen, zodat zij zelf beter Nederlands kunnen leren. Zo werken we samen om laaggeletterdheid te voorkomen en aan te pakken.
De voorschoolse educatie loopt door in de vroege schoolperiode op de basisschool. In de wet op het primair onderwijs (WPO) en de wet op het voortgezet onderwijs (WVO) staat dat het onderwijs zo moet zijn ingericht dat er op een duidelijke en vaste manier aandacht is voor het aanpakken van achterstanden. Vooral het leren van de Nederlandse taal is hierbij belangrijk.
Basisscholen met een hoge achterstand-score krijgen extra geld van de rijksoverheid. Dit geld is vooral voor de vroegschoolse educatie in groep 1 en 2. Deze scholen werken samen met één of meer Peuterspeelscholen. Samen vormen ze een cluster en ze werken intensief samen. We hebben met deze scholen en Peuterspeelscholen afspraken gemaakt over hoe we de voortgang en resultaten van de voorschoolse en vroegschoolse educatie volgen.
Naast het geld dat deze scholen van de rijksoverheid krijgen, geven wij ook extra geld voor aanvullende activiteiten die helpen om achterstanden aan te pakken.
Nieuwkomers
Kinderen van nieuwkomers, zoals statushouders, arbeidsmigranten en expats, kunnen zo snel mogelijk beginnen met het leren van Nederlands. In de voorschoolse periode kunnen zij meedoen aan voorschoolse educatie. Kleuters gaan naar groep 1 en 2 van een gewone basisschool. Voor oudere kinderen geldt meestal ook dat zij naar een gewone basisschool gaan. Maar soms is hun taalachterstand zo groot dat ze extra hulp nodig hebben. Deze kinderen gaan dan tijdelijk naar een speciale nieuwkomersklas, de Wereldgroep, bij basisschool ’t Kristal of IKC Snijders.
Leerlingen van 12 tot 18 jaar gaan (tijdelijk) naar een Internationale Schakelklas (ISK) in Den Haag. Dit geldt ook voor leerlingen van deze leeftijd die op de AZC-locatie in Rijswijk wonen.
Voor de kinderen in de basisschoolleeftijd die op de AZC-locatie in Rijswijk wonen, hebben we samen met de schoolbesturen besloten om hen niet in gewone klassen of Wereldgroepen te plaatsen. In plaats daarvan maken we een aparte klas of klassen voor deze kinderen. Dit doen we omdat veel van deze leerlingen maar tijdelijk op de AZC-locatie blijven. IKC Snijders, een school van Lucas Onderwijs, verzorgt deze klassen.
Voor het organiseren van een Wereldgroep krijgen deze scholen in Rijswijk extra subsidie.
Toezicht en handhaving Leerplichtwet en voorkomen en bestrijden voortijdig schoolverlaten
Onderwijs is essentieel voor jeugdigen om zich te kunnen ontwikkelen en te kunnen bouwen aan een goede toekomst. Een diploma biedt meer kansen op een baan. De Leerplichtwet zorgt ervoor dat iedereen met gelijke kansen begint en de benodigde algemene kennis heeft om goed te kunnen functioneren in een zich steeds sneller ontwikkelende maatschappij.
De Leerplichtwet zorgt niet alleen voor leerplicht, maar garandeert ook dat ieder kind leerrecht heeft.
Onderwijs is belangrijk voor jeugdigen zodat ze zich kunnen ontwikkelen en een goede toekomst kunnen opbouwen. Met een diploma heb je meer kans op een baan. De Leerplichtwet zorgt ervoor dat iedereen dezelfde kans krijgt en de basiskennis heeft om goed mee te kunnen doen in de snel veranderende wereld.
De Leerplichtwet zorgt niet alleen dat kinderen naar school moeten, maar ook dat elk kind recht heeft op onderwijs. Daarom zorgen wij ervoor dat deze wet wordt nageleefd. Zo willen we voorkomen dat kinderen te vroeg stoppen met school of helemaal niet meer naar school gaan. Het verminderen van het aantal kinderen dat thuiszit, vinden wij erg belangrijk.
De leerplichtambtenaren werken samen met scholen, de samenwerkingsverbanden passend onderwijs en het jeugdteam. Ze helpen leerlingen snel weer naar school te gaan of het juiste onderwijs te krijgen. Ook zorgen ze voor hulp als dat nodig is, bijvoorbeeld via preventie of jeugdhulp.
In 2026 blijven we de manier van werken met de Methodische Aanpak Schoolverzuim (MAS-methode) verder verbeteren.
Voor jongeren tot 23 jaar die niet meer naar school moeten volgens de Leerplichtwet, vinden we het ook belangrijk dat ze een diploma halen. We helpen kwetsbare jongeren. Dit zijn jongeren uit het Praktijkonderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs, de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo en de entreeopleidingen op mbo-niveau 1.
Gemeenten werken samen met elkaar en met scholen in het Regionaal programma Voortijdig Schoolverlaten van het Doorstroompunt regio Haaglanden. In dit programma staan verschillende afspraken om te voorkomen dat jongeren vroeg stoppen met school en om te zorgen dat ze een diploma halen. Binnen dit programma werken de VSV-casemanagers goed samen met de jongerencoaches van het WSP.
Na een paar keer uitstellen gaat in januari 2026 de 'Wet van School naar Duurzaam Werk' in. Deze wet wil de begeleiding verbeteren bij de overgang van school naar werk, voor jongeren die het moeilijk hebben om werk te vinden en voor jongeren die vroeg met school stoppen zonder eerst een diploma te halen. Hiermee moet er meer samenhang komen tussen de aanpak van de voortijdig schoolverlaters en de aanpak van jeugdwerkloosheid.
In deze wet staat dat het Doorstroompunt (voorheen Regionaal Meld- en Coördinatiefunctie) nu ook jongeren tot 27 jaar helpt. We gebruiken één aanpak en een goede samenwerking voor jongeren van 12 tot 27 jaar. Hierbij werken scholen, het Doorstroompunt, gemeenten en andere belangrijke partijen uit de arbeidsmarktregio samen. Binnen de organisatie betekent dit ook dat de teams Jeugd, Onderwijs, WMO en WSP goed met elkaar moeten samenwerken.
Leerlingenvervoer
Ouders van leerlingen kunnen gebruikmaken van de regeling leerlingenvervoer voor een tegemoetkoming in de vervoerskosten van hun kind van en naar school. Dit kan bijvoorbeeld als een leerling door een handicap niet zelf naar school kan reizen of als de school ver weg is. De vergoeding is voor kosten van het eigen vervoer, zoals met de fiets, of voor het openbaar vervoer voor de leerling en soms ook voor een begeleider. Als het door de beperkingen van de leerling niet mogelijk is om met begeleiding met de fiets of het openbaar vervoer te reizen, kan er een vergoeding voor speciaal vervoer komen. De gemeente regelt dan aangepast vervoer, zoals een taxi of taxibus.
We moedigen jongeren aan om zelf met de fiets of het openbaar vervoer naar school te reizen. Bijvoorbeeld met hulp van het traject MEE op Weg.
De huidige regels (verordening) voor leerlingenvervoer komen uit 2019. Omdat de wet over onderwijs is veranderd, moeten we voor het schooljaar 2026-2027 een nieuwe verordening voor leerlingenvervoer maken.
Schoolmaatschappelijk werk (SMW)
Het schoolmaatschappelijk werk helpt de school met zorg en geeft preventieve en kortdurende hulp. Het zorgt ook voor contact tussen scholen en het jeugdteam. Deze hulp voorkomt dat jongeren stoppen met school of zwaardere jeugdhulp nodig hebben. In Rijswijk blijft het schoolmaatschappelijk werk (SMW) doorgaan met de huidige partners JESS en Schoolformaat. Omdat de uurprijs hoger is geworden en we hetzelfde aantal uren SMW willen houden als voorheen, is in de begroting voor 2026-2029 het budget voor SMW verhoogd vanaf 2026.
In het schooljaar 2025-2026 overleggen we met scholen over het schoolmaatschappelijk werk voor de toekomst. Dit doen we ook om de veranderingen in Rijswijk voor de toegang tot hulp in het Sociaal Domein (Rijswijk Samen Dichtbij) te bespreken.
Passend Onderwijs
De Wet passend onderwijs zorgt ervoor dat elk kind naar een school kan die past bij zijn/haar kwaliteiten en mogelijkheden. Ook als het kind extra hulp nodig heeft. Scholen in de regio werken samen in het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs. Zo zorgen ze samen dat er genoeg plekken zijn voor alle kinderen die extra zorg nodig hebben.
De samenwerkingsverbanden moeten verplicht overleggen met de gemeenten in hun verzorgingsgebied. Ze bespreken wat hun plannen betekenen voor de taken van de gemeente zoals onderwijshuisvesting, vervoer van leerlingen en toezicht en handhaving van de Leerplichtwet. Volgens de Jeugdwet moet de gemeente ook overleggen met de samenwerkingsverbanden passend onderwijs over plannen voor jeugdhulp en hoe deze hulp goed aansluit op het onderwijs.
Rijswijk, Den Haag en Leidschendam-Voorburg hebben te maken met dezelfde twee samenwerkingsverbanden:
Voor het primair onderwijs Stichting Passend Primair Onderwijs Haaglanden (SPPOH);
Voor het voortgezet onderwijs Samenwerkingsverband Zuid Holland West (SWVZHW).
In Rijswijk werken we samen met beide andere gemeenten en beide samenwerkingsverbanden passend onderwijs. We zorgen ervoor dat het onderwijs en de jeugdteams goed samenwerken. We kijken ook hoe we jeugdhulp voor kinderen makkelijker kunnen organiseren binnen scholen. Daarnaast werken we aan het voorkomen van schooluitval en te veel ziekteverzuim. Deze samenwerking volgt ook landelijke plannen voor inclusief onderwijs. De overheid wil dat de meeste scholen in 2035 inclusief onderwijs geven. We houden ook rekening met de Regiovisie Jeugdhulp en andere regionale plannen, zoals het Actieplan Jeugdhulp en het plan om de kosten onder controle te houden.
In onze gemeente werken we aan een betere samenwerking tussen de scholen, de opvang voor jonge kinderen en de hulp voor jeugd. Dit doen we in het project “Elkaar Versterken”. We richten ons vooral op jonge kinderen. De komende tijd onderzoeken we vooral kleuterrijpheid.
Verbinding Onderwijs en Arbeidsmarkt
We zorgen ervoor dat onderwijs en arbeidsmarkt meer met elkaar verbonden zijn. Zo voorkomen we dat leerlingen stoppen met school en helpen we hen hun talenten goed te gebruiken.
We doen dit door:
In samenwerking met JINC maken jongeren in het Rijswijkse voortgezet onderwijs kennis met het Rijswijkse bedrijfsleven door het aanbieden van bliksemstages en sollicitatietrainingen. Waarbij we onderzoek doen naar vormen om ook de Rijswijkse jongeren te bereiken die buiten Rijswijk voortgezet onderwijs volgen;
Het versterken van de band tussen bedrijven en het onderwijs in de gemeente door fysieke ontmoetingen te faciliteren;
Het bedrijfsleven te verbinden aan de juiste opleidingen/docenten/studenten.
Wat mag het kosten?
De kosten voor alle hierboven beschreven activiteiten staan opgenomen in de meerjarenbegroting 2026 en verder.
De activiteiten (exclusief de tegemoetkoming in de kosten van de reguliere peuteropvang) beschreven onder het kopje “onderwijsachterstandenbeleid en peuteropvang” worden betaald uit de specifieke uitkering onderwijsachterstandenbeleid van € 2.782.747 per jaar die de gemeente speciaal voor dit doel ontvangt.
Op basis van de bestuursafspraken “Een aanbod voor alle Peuters” uit 2016 door het Rijk en de VNG ontvangt de gemeente de uitkering “voorschoolse voorzieningen peuters” van € 99.806 (peilmoment 2025); de zogenaamde Asscher-gelden. Deze dekken deels de kosten voor de tegemoetkoming in de kosten van de peuteropvang voor ouders die geen recht hebben op de Kinderopvangtoeslag vanuit het rijk.
Ten behoeve van de uitvoering van her vormgeven van het Doorstroompunt en de maatregelen uit het Regionaal programma VSV ontvangt de centrumgemeente Den Haag een specifieke uitkering van het Rijk waarbij zij het Rijswijkse deel in de vorm van een subsidie aan Rijswijk ter beschikking stelt. In verband met de invoering van de wet “Van School naar Duurzaamwerk” is het bedrag van de subsidie nog niet bekend. Vooralsnog wordt uitgegaan van minimaal het bedrag van de huidige subsidie van
€ 171.660.