Risicobeheer
Bij het financieren van investeringen, grondexploitaties en de lopende exploitatie worden de volgende risico’s onderscheiden:
Langlopend renterisico
Kortlopend renterisico
Kredietrisico
Liquiditeitsrisico
Deze risico’s proberen wij zo goed mogelijk te managen met het doel de rentekosten zo laag mogelijk te houden.
Langlopend renterisico
Per 1 september 2024 bedroeg het financieringsoverschot, rekening houdende met kortlopende verplichtingen, circa € 15 mln. Deze middelen zijn beschikbaar en worden verplicht aangehouden op een bankrekening bij het Ministerie van Financiën (Schatkist). Dit betekent dat er meer financieringsmiddelen waren in de vorm van opgenomen leningen, reserves en voorzieningen dan gerealiseerde investeringen. Deze middelen zijn bedoeld om onder meer de hoge aflossingen op bestaande leningen te kunnen voldoen en nieuwe investeringen te kunnen betalen. De eerstvolgende lening vervalt pas in 2027.
Financiering RijswijkBuiten
Volgens de 12e herziening van de grondexploitatie RijswijkBuiten bedraagt de boekwaarde per 1 januari 2024 € 110,2 miljoen exclusief verliesvoorziening. Deze cijfers zijn gebaseerd op cijfers van december 2023.
I.v.m. het financieringstekort voor RijswijkBuiten is er in december 2023 nog een lening van 20 mln. aangetrokken. Met de verwachtte financieringsoverschotten in tabel 1 voor RijswijkBuiten zal het aantrekken van een lening in 2025 niet noodzakelijk zijn. In 2025 vind er ook geen aflossing van een lening plaats.
In 2016 zijn een drietal zogenaamde forwardleningen voor RijswijkBuiten afgesloten, waarvan er 2 inmiddels zijn afgelost. In 2019 en 2020 zijn 2 leningen afgesloten elk € 40 miljoen met negatieve rente. Het verloop van de investeringen volgens de 12e herziening en de financieringen is als volgt:
x € 1 miljoen | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|
Boekwaarde opgave RB incl. voorz. ultimo jaar 2023 | 110 | 108 | 94 | 69 | 54 |
Gewogen gemiddelde boekwaarde | 97 | 87 | 75 | 66 | 55 |
financiering gemiddeld per jaar | |||||
10 jaar fixe -0,11% | 40 | 40 | 40 | 40 | 40 |
10 jaar lineair -0,055% | 24 | 20 | 16 | 12 | 8 |
5 jaar fixe 3% | 20 | 20 | 20 | 20 | 8 |
5 jaar fixe 2,96% | 20 | 20 | 20 | 20 | - |
totaal financieringen gemiddeld | 104 | 100 | 96 | 92 | 56 |
financieringstekort per jaar RB | 7 | 13 | 21 | 26 | 2 |
Tabel 1
Een grondexploitatie, dus ook RijswijkBuiten, laat zich moeilijk voorspellen. Een financiering voor de toekomst is dan ook moeilijk in te schatten. Gezien de onzekerheid over het verloop van de boekwaarde en de mogelijkheid om in het verleden op de kapitaalmarkt leningen te sluiten met negatieve rente, is in 2019 besloten om voor 10 jaar extra te lenen en deze middelen beschikbaar te houden voor RijswijkBuiten.
Hiermee wordt bereikt, dat voor de komende jaren in geval van stagnatie in de grondverkopen het risico voor de rentekosten is geminimaliseerd en zelfs sprake kan zijn van negatieve rentekosten. Dit is wel afhankelijk in hoeverre de werkelijke boekwaarde van de investeringen bovenstaande prognose zal volgen.
Als er een kapitaaloverschot voor het plangebied RijswijkBuiten bestaat (meer financieringsmiddelen dan boekwaarde) dan worden de financieringsmiddelen gebruikt voor de overige investeringen van de gemeente.
Zoals tabel 1 aangeeft is het met de huidige leningen en verwachte boekwaarde niet noodzakelijk om voor RijswijkBuiten in 2025 een lening aan te trekken.
Financiering investeringen gemeenten (exclusief RijswijkBuiten)
De investeringen van de gemeente exclusief RijswijkBuiten zijn als volgt. In de cijfers van de investeringen is ook het investeringsplan 2025 t/m 2028 opgenomen.
x € 1 mln. | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|---|
investeringen | 250 | 335 | 365 | 376 | 375 | 375 |
idem gemiddeld | 244 | 293 | 350 | 371 | 376 | 375 |
langlopende leningen minus boekwaarde RijswijkBuiten | 150 | 137 | 155 | 164 | 149 | 132 |
reserves | 80 | 82 | 79 | 64 | 49 | 35 |
voorzieningen | 13 | 15 | 16 | 18 | 20 | 21 |
totaal financieringsmiddelen | 243 | 234 | 251 | 246 | 217 | 188 |
gemiddeld | 237 | 239 | 243 | 248 | 231 | 203 |
gemiddeld saldo per jaar | -8 | -54 | -108 | -122 | -144 | -173 |
+= finacieringsoverschot | ||||||
- = financieringstekort |
Tabel 2
Dit overzicht laat zien, dat er een financieringstekort ontstaat. Dit kan opgelost worden door het aantrekken van nieuw vreemd vermogen. In deze begroting is rekening gehouden met nog op te nemen leningen tot een maximum van € 55 miljoen in 2025. Deze leningen zijn niet opgenomen in bovenstaand overzicht. Dit om inzicht te geven in de hoogte van de financieringsbehoefte over de jaren. In 2025 wordt, afhankelijk van de renteontwikkeling zo veel mogelijk gebruik gemaakt van kortlopende leningen, dan wel leningen met een looptijd van 3 tot 5 jaar.
Volgens de laatste voorlopige inzichten zal het financieringstekort ook in 2025 nog van kracht zijn. Ook het aflossen op leningen en het inzetten van de reserves maakt bij elkaar dat in de loop van 2025 leningen opgenomen moeten worden.
De reservepositie is afgenomen door het nadelig sald ovan de meerjarenbegroting 2025-2028. Gezien de economische uitdagingen is het maar de vraag of deze reservepositie in de loop van de jaren op dit niveau kan blijven. Ook de boekwaarde van RijswijkBuiten is nog gebaseerd op de grondexploitatie van 2023. Daarnaast lijkt de daling van de rente in 2025 door te zetten door de daling van de inflatie in de eurozone. De onzekerheid omtrent de ontwikkelingen op de financiële markten door de inflatie blijft en dit is van invloed op de leningspercentages.
In 2025 zal er meer duidelijkheid bestaan over de ontwikkelingen van bovenstaande cijfers, zodat ook de financieringsbehoefte duidelijker wordt. Er kunnen dan betere keuzes worden gemaakt tussen kort, middellang of lang krediet. Uit bovenstaand overzicht zou eerder gekozen worden uit kort tot middellang krediet.
Totale ontwikkeling schuldenpositie van Rijswijk
De relatief hoge schuldenpositie op dit moment is van tijdelijke aard. Deze positie wordt vooral veroorzaakt door de investeringen in de grondexploitatie RijswijkBuiten. De schuldenpositie wordt, zowel ten aanzien van de financieringsbehoefte als de rentekosten, nauwlettend gemonitord.
De verkopen van de gronden in RijswijkBuiten zullen in de loop van de jaren zorgen dat het saldo van de investeringen zal dalen. Hierdoor neemt de financieringsbehoefte van dit exploitatiegebied af, waardoor dit een gunstige invloed heeft op de totale schuldenpositie.
De mate van verlaging van de schuldenpositie is afhankelijk van de realisering van de verkoopopbrengsten van RijswijkBuiten en de overige investeringsplannen van de gemeente.
Niet alleen de hoge schuldenpositie is van belang, maar nog belangrijker is het lage niveau van de rentekosten waarvan jarenlang geprofiteerd kon worden. Met dit laatste houdt een schuldquote geen rekening.
Voor een totaaloverzicht van de ontwikkeling van de schuldenpositie, inclusief RijswijkBuiten wordt verwezen naar bijlage 2 behorende bij deze paragraaf.
Renterisiconorm
Het renterisico op langlopende geldleningen is wettelijk aan een maximum gebonden. Uitgangspunt hierbij is om zoveel mogelijk spreiding in de looptijden van leningen aan te brengen, zodat geen onnodige renterisico’s worden gelopen. De wettelijk vastgestelde renterisiconorm van 20% houdt in dat in enig jaar de aflossing van de lange schuld niet hoger mag zijn dan 20% van het totaal van de lasten (of de baten, indien deze hoger is dan het totaal van de lasten) volgens de begroting. Hierdoor wordt de rentegevoeligheid beperkt.
De rentegevoeligheid voor de gemeente Rijswijk is beperkt.
Voor RijswijkBuiten wordt gebruik gemaakt van fixe- en lineaire leningen. De middelen voor de aflossingen van deze leningen zijn afkomstig uit de opbrengsten grondverkopen. Nadat de exploitatie RijswijkBuiten is afgesloten zijn alle gronden verkocht en zijn financieringsmiddelen voor deze grondexploitatie niet langer nodig. Eventuele ontstane kapitaaloverschotten van RijswijkBuiten worden ingezet voor de financiering van de overige investeringen van de gemeente. Afhankelijk van de hoogte van de investeringsplannen voor de komende jaren zullen er aanvullende leningen moeten worden aangetrokken.
In voorgaande jaren is voor de financiering van RijswijkBuiten twee leningen opgenomen van totaal €80 miljoen met een negatieve rente en een looptijd van 50 jaar. Dit maakt de gemeente Rijswijk minder gevoelig voor renteschommelingen gedurende 50 jaren ter hoogte van dit bedrag.
In onderstaand overzicht is de renterisiconorm voor 2025 en verder opgenomen.
Renterisiconorm | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|
1 | Begrotingstotaal | 269.111 | 264.157 | 246.724 | 238.532 |
2 | Percentage | 20% | 20% | 20% | 20% |
3 | Renterisiconorm (1 x2) | 53.822 | 52.831 | 49.345 | 47.706 |
Tabel 3
Kortlopend renterisico (kasgeldlimiet)
De rente op de geldmarkt voor 1-maands kasgeldleningen voor overheden beweegt zich medio september 2024 rond 3,4% op jaarbasis. Voor kasgeldleningen gaan we in 2025 uit van een marktrenteniveau van gemiddeld circa 3,1%.
Als de rente op de geldmarkt gelijk blijft en de kapitaalmarktrente niet verder stijgt, zullen wij zo nodig gebruik maken van de ruimte binnen de wet FIDO (Financiering Decentrale Overheden) om de totale rentelasten zo laag mogelijk te houden. De kasgeldlimiet kunnen wij maximaal 3 kwartalen overschrijden, daarna moeten wij consolideren. Dit houdt in dat bij een dreigende structurele overschrijding van de kasgeldlimiet lange leningen aangetrokken moeten worden.
Het renterisico op kortlopende geldleningen (< 1 jaar) is door de wet FIDO gemaximaliseerd tot de kasgeldlimiet. Deze limiet is gesteld op 8,5% van de begrotingsomvang van 2025.
Kasgeldlimiet | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|
1 | Begrotingstotaal | 269.111 | 264.157 | 246.724 | 238.532 |
2 | Percentage | 8,5% | 8,5% | 8,5% | 8,5% |
3 | Kasgeldlimiet volgens de wet FIDO (1 x2) | 22.874 | 22.453 | 20.972 | 20.275 |
Tabel 4
Kredietrisicobeheer
Het kredietrisico wordt veroorzaakt door de mogelijkheid dat de instelling waaraan geld is verstrekt niet in staat blijkt te zijn, de rente en aflossing op verstrekte leningen te voldoen. Deze verstrekte geldleningen betreffen leningen in het kader van de publieke taak van de gemeente. De gemeente heeft een relatief beperkt bedrag aan leningen uitstaan.
Het volgende overzicht geeft de vergelijking met de begrotingen 2025 en 2024 én de jaarrekening 2023:
Per ultimo jaar (x € 1.000,-) | |||
Begroting | Begroting | Jaarrekening | |
---|---|---|---|
2025 | 2024 | 2023 | |
Woningbouwverenigingen | 405 | 455 | 504 |
Leningen eigen personeel | 108 | 130 | 152 |
Fietsenplan | 67 | 67 | 67 |
SVN: Gemeentelijk stimuleringsregeling | 676 | 676 | 676 |
SVN: Starterleningen RB | 1.592 | 1.592 | 0 |
SVN: Duurzaamheidsleningen | 44 | 44 | 44 |
SVN: Leningen Museum Rijswijk | 538 | 567 | 597 |
Totaal | 3.430 | 3.532 | 2.040 |
Tabel 5
Museum Rijswijk
In de paragraaf financiering van de 2e halfjaarrapportage 2018 is ten behoeve van de Stichting Museum Rijswijk een te verstrekken hypothecaire lening opgenomen van ten hoogste € 751.000. In werkelijkheid is er slechts € 617.000 opgenomen.
In onderstaand overzicht zijn de aflossingen en het openstaand saldo van de hypothecaire lening zichtbaar.
Ten laste van jaar: | Opgenomen hypothecaire lening |
---|---|
2018 | € 528.000 |
2019 | € 50.698 |
2020 | € 37.875 |
Totaal opgenomen lening | € 616.573 |
Afgelost 2022 | € 20.000,00 |
Afgelost 2023 | € 0,00 |
Restant lening | € 596.573,00 |
Totale hypothecaire lening | € 751.000 |
Totaal opgenomen lening | € 616.573 |
Dit deel van de lening is niet opgenomen. | € 134.427 |
Tabel 6
Het verschil van € 134.000 bestaat uit:
een minder nadelig exploitatiesaldo over 2018 € 21.000;
geen nadelig saldo over 2020, geraamde tranche van € 25.000 over 2020 was niet benodigd;
Nog uit te voeren meerjarenonderhoudsplan € 90.000.
De aflossingen van de hypothecaire lening zullen vanaf 2024 en verder volgens de normale aflossingsschema worden voldaan.
Garantstellingen
De gemeente loopt niet alleen kredietrisico op verstrekte geldleningen, maar ook op de geldleningen, waarover een garantstelling is verstrekt. De garantstellingen heeft nagenoeg geheel betrekking op leningen aan de woningcorporaties Vidomes en Rijswijk Wonen. De zekerheidsstructuur kent een gelaagdheid, die in volgorde worden aangesproken. Bij afloop van de achtervangovereenkomsten worden deze vernieuwd tegen nieuwe zekerheden, waardoor het kredietrisico voor de gemeente verder beperkt wordt. Gemeenten en de Staat zijn de laatste laag in de zekerheidsstructuur en worden als laatste aangesproken. Met de nieuwe achtervangovereenkomst is de positie van gemeenten verder verbeterd.
In onderstaand overzicht kunt u zien dat de woningbouwverenigingen waarvoor wij garant staan, op basis van de jaarrekening 2023 voldoende solvabel zijn. Hierdoor is de financieringsgraad heel laag en gaat het meer om een theoretisch risico dat de gemeente heeft t.a.v. de leningen van de woningbouwverenigingen.
Woningbouwvereniging | Solvabiliteit |
---|---|
Rijswijk Wonen | 55,7% |
Stichting Habion | 68,6% |
Stichting Vidomes | 77,1% |
Woonzorg Nederland | 47,9% |
Tabel 7
Van de overige gegarandeerde geldleningen is het risico afgedekt of beperkt. Zodra de gemeente betalingen verricht in het kader van de garantstellingverplichting vervalt het eigendom van het onderpand aan de gemeente.
Liquiditeitsrisico
Renteresultaat
Het renteresultaat bedraagt voordelig € 18.000, dit is ontstaan doordat er minder rentekosten is doorberekend aan de beleidsproducten. Het saldo van de geraamde rentelasten en -baten bedraagt € 2.785.000. Uitgedrukt in een percentage van de beginboekwaarde van de investeringen is dit 1,01%. Het doorberekende rentepercentage toegerekend aan de beleidsproducten is gemiddeld 1,0.
Het voordelig saldo heeft geen invloed op het totaal van de begroting. De rentekosten zijn alleen anders voor een lager bedrag verdeeld over de beleidsproducten.
Treasury resultaat
Overzicht rente exploitatie 2025 (x 1.000) | ||
---|---|---|
rentelasten korte- en lange termijnfinanciering: | ||
totaal rentelasten | 3.940 | |
totaal rentebaten | 400 | |
saldo rentelaten en baten | 3.540 | |
toerekening rente aan RijswijkBuiten | 751 | |
toerekening rente aan overige grondexploitaties | 5 | |
Totaal grondexploitaties | 756 | |
totaal aan beleidsproducten toe te rekenen rente | 2.785 | |
geraamde toerekening aan beleidsproducten 1% | 2.717 | |
geraamde toerekening aan investeringen 1% | 50 | |
totaal doorbelast | 2.767 | |
Voordelig saldo rente | 18 |
Tabel 8