Beleidsproduct 8.1 Ruimte en leefomgeving
Wat willen we bereiken?
8.1.1 Implementatie Omgevingswet
Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Gemeenten moeten voor de volledige invoering de komende jaren verschillende stappen zetten.
De gemeente voldoet aan de nieuwe wettelijke verplichtingen en werkt in 2025 aan de aanpassingen van werkwijzen voor de verdere invoering van de wet. Zo draagt de gemeente bij aan een veilige en gezonde leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit.
De Omgevingswet heeft vier verbeterdoelen:
Het omgevingsrecht inzichtelijker, voorspelbaarder en gebruiksvriendelijker maken.
Een samenhangende benadering van de fysieke leefomgeving bevorderen in beleid, besluitvorming en regelgeving.
Meer bestuurlijke afwegingsruimte bieden door een actieve en flexibele aanpak mogelijk te maken.
De besluitvorming over projecten in de fysieke leefomgeving versnellen en verbeteren
8.1.2 Groenbeleid en biodiversiteit
Groen is een belangrijk deel van de identiteit van Rijswijk. De gemeente combineert de groei van de stad met het versterken van de groenstructuur. Nieuwe ontwikkelingen verbeteren de groenstructuur met als doel de biodiversiteit te vergroten. Als er toch groen verdwijnt, compenseert de gemeente dit.
Het nieuwe groenbeleid is een bouwsteen van de omgevingsvisie. Hierin legt Rijswijk de nadruk op een sterke bomen-, natuur- en recreatiestructuur, zowel regionaal als lokaal. De gemeente pakt knelpunten in deze structuren aan en kijkt daarbij ook naar de bredere samenhang met het kustlandschap van Zuid-Holland. Belangrijke onderdelen zijn de buitenplaatsen op de strandwal, de parkenreeks met het slagenlandschap, en de verbinding met de Vliet en Zweth in het Nationaal Park Hollandse Duinen. Daarnaast wil Rijswijk meer kleur en variatie in het groen.
Bij groen, biodiversiteit en klimaatadaptatie zijn beleid, ontwerp en beheer van de openbare ruimte sterk met elkaar verbonden. Daarom worden mogelijkheden en onmogelijkheden goed met elkaar afgestemd. Onderhoud, beheer en inrichting openbare ruimte zijn nader uitgewerkt in programma 5, Sport, cultuur en recreatie.
De gemeente Rijswijk wil bijdragen aan het herstel van de biodiversiteit in Nederland. We vinden het belangrijk dat fysieke maatregelen groen-, woon- als werkgebieden bijdragen aan een natuurinclusieve stad. Natuurbeleving is belangrijk voor onze (nieuwe) bewoners, zowel in groengebieden als dicht bij huis. Onze grote groengebieden mogen ook ingezet worden voor recreatie, zodat zeer kwetsbare gebieden in de regio worden ontlast.
8.1.4 Regionale samenwerking
De nadruk van de regionale samenwerking op het gebied van ruimte zal de komende jaren liggen op samenwerking binnen het programma NOVEX.
De wereld van het fysieke domein is in transitie. Een groot aantal opgaven dient zich gelijktijdig aan, zoals: het woningtekort, de stikstofcrisis, de energietransitie, een tekort aan werklocaties, de klimaatverandering, de transitie naar een circulaire economie, de mobiliteitstransitie, versterking biodiversiteit, verbetering luchtkwaliteit, verbetering leefomgeving, verbeteren van het voorzieningenniveau etc.
De opéénstapeling van opgaves in combinatie met beperkte ruimte, financiële middelen en capaciteit maakt dat scherpe keuzes nodig zijn in de aanpak van die opgaven.
Deze opgaven worden door alle overheden samen opgepakt vanuit het nationale programma NOVEX. Vanuit het programma wordt gewerkt aan samenhang in het ruimtelijke beleid en het versnellen van de uitvoering door te sturen op heldere voorwaarden en concrete uitvoeringsafspraken.
Het programma NOVEX heeft twee sporen: regie per provincie en de gebiedsgerichte regie in NOVEX-gebieden. Rijswijk maakt onderdeel uit van NOVEX-gebied Zuidelijke Randstad.
8.1.5 Programma Stadsontwikkeling
Het Programma Stadsontwikkeling heeft als doel om de kwalitatieve en kwantitatieve groei van de stad in balans te houden. Dit programma is projectoverstijgend en legt de focus op het inzichtelijk maken en adresseren van integrale, projectoverstijgende maatregelen die bijdragen aan een meer leefbare, bereikbare en toekomstbestendige stad. Hierbij valt te denken aan maatregelen op het gebied van bereikbaarheid, groen, wateroverlast, maar ook sociale cohesie en voldoende voorzieningen.
Het programma ligt sinds half 2023 echter stil, vanwege een gebrek aan capaciteit. Het programma zal nu opnieuw worden opgestart en inhoudelijk worden verbreed, door bijvoorbeeld de coördinatie van de uitvoeringsagenda van omgevingsvisie bij het programma onder te brengen.
Wat gaan we daarvoor doen?
8.1.1 Implementatie Omgevingswet
De gemeente gebruikt de mogelijkheden van de Omgevingswet om de doelen te bereiken. De komende jaren past de gemeente, tijdens de transitieperiode, stap voor stap de instrumenten en werkprocessen aan voor een succesvolle invoering van de wet.
De gemeente stelt in 2025 de omgevingsvisie vast. Dit is de integrale visie op de fysieke leefomgeving van Rijswijk. De omgevingsvisie vormt na vaststelling het afwegingskader voor ruimtelijke ontwikkelingen. De omgevingsvisie is ook de basis voor het Omgevingsplan Rijswijk en voor mogelijk op te stellen programma's waaronder het verplichte ‘Actieplan Geluid’, ‘Saneringsprogramma wegen onder beheer van de gemeente’ en ‘Programma bij (dreigende) overschrijding omgevingswaarde' (zie ook programma 7). Bij nieuwe inzichten passen we de omgevingsvisie (gedeeltelijk) en periodiek aan.
Vanaf de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024, heeft Rijswijk automatisch een tijdelijk omgevingsplan ‘van rechtswege’ gekregen. Dit plan bevat onder meer de bestaande bestemmingsplannen, beheersverordeningen en nieuwe regels over bouwen en milieu die van het Rijk naar de gemeenten zijn overgegaan.
Uiterlijk 31 december 2032 moet de gemeenteraad het nieuwe Omgevingsplan Rijswijk, hebben vastgesteld. Een samenhangend, actueel plan dat aan de wettelijke vereisten voldoet. In 2025 stelt de gemeente hiervoor de basisregeling vast, waarin de meest voorkomende activiteiten uniform worden geregeld. Deze regels vormen de basis voor het nieuwe Omgevingsplan Rijswijk. Vervolgens vervangen we met die basisregeling stap voor stap de onder oud recht vastgestelde bestemmingsplannen en beheersverordeningen. Dat doen we per gebied en over een periode van meerdere jaren.
Rijswijks Initiatieven Overleg en Omgevingstafel
Het Rijswijks Initiatieven Overleg (RIO) is in het leven geroepen om vroegtijdig en volgens een vaste werkwijze ruimtelijke initiatieven te beoordelen op (bestuurlijke) wenselijkheid en maatschappelijke meerwaarde.
Wenselijke initiatieven worden vervolgens op één of meerdere Omgevingstafels door verschillende vakspecialisten op haalbaarheid beoordeeld. Door dit proces wordt een duidelijk en samenhangend advies aan initiatiefnemers meegegeven. Deze werkwijze is nu standaard voor complexe aanvragen. De gemeente blijft deze manier van werken voortdurend volgen en verbeteren om de kwaliteit, snelheid en service te optimaliseren.
Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)
De gemeente zet de regels van het omgevingsplan om in toepasbare regels en legt deze vast in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Toepasbare regels zijn begrijpelijke vertalingen van juridische regels die toegankelijk zijn via het Omgevingsloket. Voor de meest voorkomende aanvragen is dit al gebeurd. De komende jaren past de gemeente toepasbare regels aan wanneer beleid wijzigt en wordt het regelbestand aangevuld op basis van behoefte.
8.1.2 Groenbeleid en biodiversiteit
De gemeente pakt dit beleidsproduct integraal aan. De acties die we ondernemen ondersteunen zowel onze doelen voor groenbeleid als voor biodiversiteit.
Natuurwaardekaart
De gemeente stelt in 2025 een Natuurwaardekaart op. Hierin staat per gebied welke doelsoorten en doelbiotopen we willen versterken. De gemeente beschrijft de benodigde natuurinclusieve maatregelen en hoe deze worden uitgevoerd en onderhouden. De al uitgevoerde natuurinclusieve maatregelen staan hier ook in. Dit biedt de basis om structureel te kunnen meten of de gewenste voorzieningen aanwezig zijn en goed beheerd worden. Dit monitoringsprincipe wordt uitgewerkt in de Natuurwaardenkaart. De gemeente werkt de landelijke gedragscodes voor flora- en fauna uit voor de lokale situatie in Rijswijk. Zo voorkomt of beperkt de gemeente negatieve effecten op (lokale) populaties van planten en dieren.
Regionale samenwerking groen en natuur: Nationaal Park Hollandse Duinen
Het Nationaal Park Hollandse Duinen (NPHD) is een belangrijke partner voor Rijswijk. NPHD helpt om onze ambities af te stemmen en te verbinden met die van de regio. Via NPHD werken we samen met belangrijke partners zoals de buurgemeenten, de Provincie, Staatsbosbeheer, het Zuid-Hollands Landschap, Natuurmonumenten, Naturalis, IVN, en Stichting Duinbehoud aan onze ambities. Zo zijn fase 1 en 2 uit het Uitvoeringsprogramma Landgoederenzone ook onderdeel van het uitvoeringsprogramma van NPHD. De verantwoordelijkheid en coördinatie van de uitvoering van de projecten blijft hierbij in nadrukkelijk bij de Gemeente liggen.
Regionale samenwerking groen en natuur: Vlietzone
De Provincie Zuid-Holland heeft het initiatief genomen om de kwaliteit van de groen-blauwe verbinding Vliet (van Leiden tot Delft) te verbeteren. Dit omvat groen, natuur, landschap, beeldkwaliteit, recreatie, leefbaarheid, klimaat en mobiliteit. De gemeente steunt de hoofduitgangspunten van deze ambities en gebruikt ze om onze lokale projecten, zoals Pasgeld en Havenkwartier, een kwaliteitsimpuls te geven. De gemeente werkt samen met de Provincie aan het uitvoeringsprogramma.
8.1.4 Regionale samenwerking
Op provinciaal niveau wordt de komende jaren gewerkt aan de doorontwikkeling van het Ruimtelijk Voorstel. In het Ruimtelijk Voorstel heeft de provincie, in overleg met andere overheden, koers bepaald voor de ruimtelijke ontwikkeling van de provincie richting 2050. Deze koers moet de komende jaren verder worden uitgewerkt. Ook deze uitwerking zal weer samen met onder andere gemeentes plaatsvinden. Het ruimtelijk voorstel en de uitwerking ervan heeft de status van beleidsvoornemen. Het is aan alle overheden om dit te vertalen in hun eigen omgevingsbeleid.
Binnen NOVEX-gebied Zuidelijke Randstad zal in 2025 de uitvoeringsagenda worden opgeleverd. Deze uitvoeringsagenda volgt op het ontwikkelperspectief voor NOVEX Zuidelijke Randstad dat in 2024 is opgeleverd. In het ontwikkelperspectief beschrijven betrokken partijen gezamenlijk het toekomstperspectief op de ontwikkeling van de Zuidelijke Randstad als toekomstbestendige metropool. Doel van de uitvoeringsagenda is om te komen tot gedragen, haalbare en toepasbare acties die bijdragen aan de realisatie van in het ontwikkelperspectief gestelde doelen en ambities. De uitvoeringsagenda is het startpunt van een intensieve samenwerking tussen de partijen die werken aan de toekomst van NOVEX Zuidelijke Randstad.
8.1.5 Programma Stadsontwikkeling
Naast het bewaken van de balans tussen de kwantitatieve en kwalitatieve groei van de stad, bestaat ook de wens om nieuwe taken onder te brengen bij het Programma Stadsontwikkeling. Zo bestaat bijvoorbeeld het voornemen de uitvoering van het uitvoeringsprogramma van de Rijswijkse omgevingsvisie vanuit het programma te gaan coördineren. De opdracht voor het programma stadsontwikkeling zal hiervoor moeten worden herzien. Ook zal een programmaplan worden opgesteld. In dit programmaplan zal onder meer worden uitgewerkt welke ambities en doelen we vanuit het programma nastreven en welke inspanningen en middelen hiervoor nodig zijn.