Beleidsproduct 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken
Wat willen we bereiken?
Elke jongere in Rijswijk krijgt passend en zo thuisnabij mogelijk onderwijs waarbij er een doorgaande ontwikkellijn is vanaf de voorschoolse periode.
Iedere jeugdige verdient een goede start bij de eerste stappen in zijn of haar leven en groeit op in een taalrijke omgeving. We bieden alle kinderen gelijke kansen met zo goed mogelijk passend onderwijs.
We zetten in op het voorkomen van laaggeletterdheid en het ondersteunen van mensen die laaggeletterd zijn.
Wat gaan we daarvoor doen?
Volwasseneneducatie
In Rijswijk zijn naar schatting 6.000 volwassen inwoners laaggeletterd. Zij ondervinden problemen bij hun dagelijks leven. Laaggeletterdheid komt voor in alle lagen van de bevolking en in alle wijken. De doelgroep is dynamisch en bestaat uit jongeren, ouderen, Nederlanders met Nederlands als 1ste taal (NT1) en Nederlanders met een migratieachtergrond met Nederlands als 2de taal (NT2), met of zonder startkwalificatie, hoog- en laag opgeleid, werkend en niet-werkend.
We blijven samen met onze partners instrumenten aan de doelgroep om ze te helpen de vaardigheden in de Nederlandse Taal en rekenen en digitale vaardigheden te verbeteren.
We handhaven een aanbod van taalondersteuning dicht bij huis. Door middel van het Taalketenoverleg stimuleren we dat ons taalpartners aanbod ontwikkelen en vernieuwen zodat het afgestemd is en blijft op de vraag vanuit onze inwoners
Onderwijsachterstandenbeleid en peuteropvang
De ontwikkeling van kinderen op jonge leeftijd is van grote invloed op hun verdere leven. Daarom verdient iedere jeugdige in Rijswijk een goede start bij de eerste stappen in het leven en is het nodig om al op jonge leeftijd in te zetten op het voorkomen en bestrijden van (onderwijs)achterstanden. Het bestrijden van onderwijsachterstanden vraagt dan ook om een vroegtijdige aanpak die al start op het consultatiebureau en op maat gesneden is. Het beheersen van de Nederlandse taal is hierbij een essentieel onderdeel, naast een taalrijke omgeving.
Wij stimuleren dat zoveel mogelijk peuters gebruik maken van een voorschools aanbod (kinderdagverblijf of peuteropvang).
Peuters met een (dreigende) taalachterstand (in de Nederlandse taal) die nog geen voorschools aanbod bezoeken (de zogenaamde doelgroepkinderen), worden actief toegeleid naar de Peuterspeelscholen in Rijswijk zodat zij kunnen profiteren van het aanbod van voorschoolse educatie dat op deze locaties wordt geboden. De ouders worden daarbij ook gewezen op het aanbod volwasseneneducatie voor hun eigen taalontwikkeling in de Nederlandse taal. Hiermee proberen we gelijk een ketenaanpak vorm te geven in het kader van het bestrijden van laaggeletterdheid.
Voor de financiering van het voorschoolse aanbod kunnen ouders een inkomensafhankelijke tegemoetkoming in deze kosten krijgen. Voor werkende ouders verzorgt de rijksoverheid deze tegemoetkoming via de Kinderopvangtoeslag. Voor ouders die geen recht hebben op deze Kinderopvangtoeslag of ouders van de doelgroepkinderen van de voorschoolse educatie doet de gemeente dat, mits deze ouders een Rijswijkse locatie van peuteropvang/Peuterspeelschool bezoeken.
De basisscholen met een hoge achterstand-score krijgen van de rijksoverheid extra middelen om deze opdracht vorm te geven, met name ook voor de vroegschoolse educatie in groep 1 en 2. Deze scholen vormen met één of meerdere Peuterspeelscholen een cluster en werken daarin intensief samen. Met deze scholen en de Peuterspeelscholen hebben we afspraken gemaakt over monitoring en de resultaten van de voor- en vroegschoolse educatie. We stellen, in aanvulling op de middelen die deze scholen krijgen van de rijksoverheid, extra middelen ter beschikking voor activiteiten die aanvullend zijn op de eigen aanpak die de school zelf heeft voor het bestrijden van onderwijsachterstanden.
Kinderen van nieuwkomers kunnen zo snel mogelijk starten met het leren van de Nederlandse taal. In de voorschoolse periode komen zij in aanmerking voor de voorschoolse educatie. Kinderen in de kleuterleeftijd stromen in in de groepen 1 en 2 van de reguliere basisscholen. Instromen in het reguliere basisonderwijs geldt in principe ook voor de oudere kinderen, maar soms is er een zo grote taalachterstand dat er meer nodig is. Deze kinderen worden (tijdelijk) geplaatst in de bovenschoolse centrale nieuwkomersklas: de Wereldgroep bij basisschool ’t Kristal of IKC Snijders. De leerlingen tussen de 12 en 18 jaar gaan (tijdelijk) naar een Internationale schakelklas (ISK) in Den Haag. We geven voor het vorm geven van een Wereldgroep extra subsidie aan deze scholen in Rijswijk.
Om het leesplezier van kinderen te vergroten en voor het maken van leeskilometers kunnen alle basisscholen in Rijswijk voor deze activiteiten een subsidie aanvragen.
Toezicht en handhaving Leerplichtwet en voorkomen en bestrijden voortijdig schoolverlaten
Onderwijs is essentieel voor jeugdigen om zicht te kunnen ontwikkelen en te kunnen bouwen aan een goede toekomst. Een diploma biedt meer kansen op een baan. De Leerplichtwet zorgt ervoor dat iedereen met gelijke kansen begint en de benodigde algemene kennis heeft om goed te kunnen functioneren in een zich steeds sneller ontwikkelende maatschappij.
We zetten in op het handhaven van de Leerplichtwet om voortijdig schoolverlaten of schooluitval tot een minimum te beperken. Het terugbrengen van het aantal thuiszitters staat hoog op de agenda.
Bij jeugdigen tot 23 jaar die niet meer vallen onder de Leerplichtwet wordt ingezet op dat zo veel mogelijk jeugdigen een startkwalificatie behalen. Extra aandacht wordt besteed aan de begeleiding van jeugdigen in kwetsbare positie. Dit zijn jeugdigen uit het Praktijkonderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs, de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo en de entreeopleidingen (mbo-niveau 1).
Per augustus 2025 zal naar verwachting de “Wet van School naar Duurzaam Werk” in werking treden. Het doel van deze wet is de begeleiding te verbeteren bij de overgang van school naar werk van jongeren met een mogelijke afstand tot de arbeidsmarkt en van voortijdig schoolverlaters. Hiermee moet er meer samenhang komen tussen de aanpak van de voortijdig schoolverlaters en de aanpak van jeugdwerkloosheid. Dit vraagt onder andere om het opstellen van een nieuw regionaal plan voor samenwerking en maatregelen tegen voortijdig schoolverlaten en voor de overgang van school naar werk. Ook de integrale aanpak in onze eigen organisatie moet bijdragen aan een succesvolle invoering van de Wet.
Leerlingenvervoer
Ouders van leerlingen die niet zelfstandig naar school kunnen reizen, bijvoorbeeld vanwege een handicap of omdat de school relatief ver weg ligt, kunnen voor (een tegemoetkoming in) de vervoerskosten of aangepast vervoer van hun kind van en naar school een beroep doen op de regeling leerlingenvervoer.
We blijven het zelfstandig leren reizen met het openbaar vervoer of de fiets (bijvoorbeeld via een traject MEE op Weg) stimuleren. Is het voor de leerling niet mogelijk om zelfstandig of met begeleiding (bijvoorbeeld door de ouder of een andere volwassene) te reizen met de fiets of het openbaar vervoer, dan vervoeren we de leerling met het aangepast vervoer via de door ons ingekochte vervoerders.
Schoolmaatschappelijk werk
Het schoolmaatschappelijk werk versterkt de zorgstructuur op school, verzorgt preventieve en kortdurende hulp en vervult de schakelfunctie tussen het onderwijs en het jeugdteam. Deze preventieve inzet wordt ingezet om schooluitval en een beroep op zwaardere vormen van jeugdhulp te voorkomen.
Sinds 1 augustus 2019 hebben we het schoolmaatschappelijk werk aanbesteed. De overeenkomst loopt 1 augustus 2025 af.
We gaan in overleg met het onderwijs en de huidige uitvoerders van het schoolmaatschappelijk werk om de voortzetting na 1 augustus 2025 van (een vorm van) schoolmaatschappelijk werk te verkennen.
Passend Onderwijs
Het doel van de Wet passend onderwijs is dat alle kinderen een plek krijgen op een school die past bij hun kwaliteiten en mogelijkheden. Ook als zij extra ondersteuning nodig hebben.
Om elk kind een passende plek te bieden werken de scholen/schoolbesturen regionaal samen in Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs zodat er voldoende onderwijsplekken zijn alle leerlingen met een zorgbehoefte.
We hebben te maken met twee samenwerkingsverbanden:
Voor het primair onderwijs Stichting Passend Primair Onderwijs Haaglanden (SPPOH);
Voor het voortgezet onderwijs Samenwerkingsverband Zuid Holland West (SWVZHW).
Ook de gemeenten Den Haag en Leidschendam-Voorburg maken deel uit van deze samenwerkingsverbanden.
We blijven in de samenwerkingsverbanden met onze partners werken aan een betere aansluiting van het onderwijs en de jeugdteams, onderzoeken we mogelijkheden om individuele jeugdhulp collectiever aan te bieden in het onderwijs, en werken we aan het terugdringen van schooluitval en verzuim.
Lokaal werken we aan een preventievere en betere aansluiting tussen de Rijswijkse scholen, voorschoolse voorzieningen en het (jeugd)hulpaanbod binnen onze gemeente in het project “Elkaar Versterken”. De focus voor de komende periode ligt hierbij op het jonge kind.
Verbinding Onderwijs en Arbeidsmarkt
We stimuleren een verdere verbinding tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt. Dit doen we om schooluitval te voorkomen en talenten van leerlingen optimaal te benutten.
We doen dit door:
In samenwerking met JINC maken jongeren in het Rijswijkse voortgezet onderwijs kennis met het Rijswijkse bedrijfsleven door het aanbieden van bliksemstages en sollicitatietrainingen. Waarbij we onderzoek doen naar vormen om ook de Rijswijkse jongeren te bereiken die buiten Rijswijk voortgezet onderwijs volgen
Het versterken van de band tussen bedrijven en het onderwijs in de gemeente door fysieke ontmoetingen te faciliteren;
Het bedrijfsleven te verbinden aan de juiste opleidingen/docenten/studenten.
Wat mag het kosten?
De kosten voor alle hierboven beschreven activiteiten staan opgenomen in de meerjarenbegroting 2025 en verder.
De activiteiten (exclusief de taalplannen en de tegemoetkoming in de kosten van de reguliere peuteropvang) beschreven onder het kopje “onderwijsachterstandenbeleid en peuteropvang” worden betaald uit de specifieke uitkering onderwijsachterstandenbeleid van € 2.507.711,-- die de gemeente speciaal voor dit doel ontvangt.
Op basis van de bestuursafspraken “Een aanbod voor alle Peuters” uit 2016 ontvangt de gemeente binnen de algemene middelen een decentralisatie uitkering “voorschoolse voorzieningen peuters” van € 96.806,-- (peilmoment 2024); de zogenaamde Asscher-gelden. Deze dekken deels de kosten voor de tegemoetkoming in de kosten van de peuteropvang voor ouders die geen recht hebben op de Kinderopvangtoeslag vanuit het rijk.
Ten behoeve van de uitvoering van her vorm geven van de RMC-functie en de maatregelen uit het Regionaal programma VSV ontvangt de centrumgemeente Den Haag een specifieke uitkering waarbij zij het Rijswijkse deel in de vorm van een subsidie aan Rijswijk ter beschikking stelt. Deze subsidie bedraagt € 165.865,--.